Laatste liberale premier was geen partijman
DEN HAAG (ANP) – Met Mark Rutte van de VVD lijkt Nederland op weg naar een liberale premier, de eerste sinds Pieter Cort van der Linden (1846-1935). Zijn premierschap tijdens de Eerste Wereldoorlog, waarbij hij de neutraliteit van Nederland wist te handhaven, maakte Cort van der Linden tot één van de belangrijkste staatslieden van de twintigste eeuw.
Het kabinet van Cort van der Linden (1913-1918) bracht onder meer het algemeen mannenkiesrecht en de financiële gelijkstelling van bijzonder en openbaar onderwijs tot stand. De liberale premier was geen partijman, stond dan ook heel duidelijk boven de partijen en had zeer veel gezag.
Koningin Wilhelmina, die doorgaans weinig ophad met politici, prees hem in haar autobiografie Eenzaam maar niet alleen. Hij staat ook als enige politicus afgebeeld op een gedenkraam voor haar veertigjarige jubileum (1938) in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Hij was haar vertrouweling en zij vroeg hem in 1913 een kabinet te formeren, omdat de partijen in kwestie er niet uitkwamen.
Ooit begonnen als advocaat werd Cort van der Linden in 1897 minister van Justitie. In die hoedanigheid bracht hij belangrijke kinderwetgeving tot stand. In het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Strafrecht werden bepalingen opgenomen over de ontzetting van ouders uit de ouderlijke macht, kinderbescherming, de instelling van voogdijraden, straffen voor jeugdigen en over de verlaging van de leeftijd van meerderjarigheid naar 21 jaar.
Mede dankzij Cort van der Linden zag ook de Ongevallenwet het licht: arbeiders en werkgevers konden zich gezamenlijk verzekeren tegen ongevallen.
Dat Nederland in de Eerste Wereldoorlog neutraal bleef, werd naderland weleens als slap gezien. Volgens Johan den Hertog, die zijn biografie schreef, heeft de handhaving van de neutraliteit echter het uiterste van Cort van der Linden geëist. Hij wist samen met zijn Buitenlandminister John Loudon behendig tussen alle partijen door te laveren, aldus de biograaf.