De provincieambtenaren voerden sinds begin februari actie voor een betere cao. De provincies hielden tot nu toe vast aan de nullijn; de vakbonden pleitten voor behoud van koopkracht, wat neerkomt op 1,5 procent loonsverhoging in een jaar tijd.

Daarnaast krijgen de ambtenaren voor een periode van drie jaar een opleidingsbudget van 1500 euro en komen er bij de provincies tweehonderd werkervaringsplekken voor mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt. Ook zijn er afspraken gemaakt over mogelijke reorganisaties, om gedwongen ontslagen te voorkomen.

De medewerkers van de provincie trokken bij hun acties gezamenlijk op met hun collega’s bij de gemeenten, die half mei tot een cao-akkoord kwamen. Gemeenteambtenaren gaan er de komende twee jaar ongeveer evenveel op vooruit als de ambtenaren bij de provincie.

De cao is nog niet definitief. Eerst moeten de vakbonden de afspraken voorleggen aan hun achterban.