Storten slib in Westerschelde aan banden
Voormalig minister Netelenbos van Verkeer en Waterstaat is veel te royaal geweest met het verlenen van een vergunning aan de Belgische overheid voor het storten van 20 miljoen kubieke meter vervuild baggerslib in de Westerschelde.
Dit volgt uit een uitspraak van de Raad van State. Het baggerslib is afkomstig uit de monding van de Westerschelde in Nederland. Jaarlijks baggeren is nodig om de vaargeul naar Antwerpen op diepte te houden.
Het hoogste bestuursrechtscollege schrijft dat het storten van 20 miljoen kubieke meter „ingrijpende gevolgen” heeft voor het bodemmilieu van de Westerschelde. Het rechtscollege vindt dat de minister te weinig onderzoek heeft gedaan naar de milieugevolgen.
De Raad van State heeft om die reden een belangrijk deel van de vergunning vernietigd, zo werd woensdag bekend. De uitspraak komt er in de praktijk op neer dat de Vlaamse regering per jaar niet meer dan 10 miljoen kubieke meter bagger in de Nederlandse Westerschelde mag terugstorten. Tevens mag de vergunning niet voor onbepaalde tijd gelden, zoals de gewezen minister had bepaald, maar slechts voor een periode van vijf jaar.
De huidige minister van Verkeer en Waterstaat De Boer moet binnen twaalf weken de lozingsvergunning aanpassen.
Het is de afgelopen jaren gebleken dat bij het uitdiepen van de vaargeul naar Antwerpen minder slib vrijkomt dan geraamd. De hoeveelheid onderhoudsbaggerspecie die gestort moet worden ligt gemiddeld op 10 miljoen kubieke meter per jaar.
Volgens de Stichting advisering bestuursrechtspraak (Stab) is het langdurig storten van meer dan 10 miljoen kubieke meter schadelijk voor het leven in de Westerschelde. De Raad van State wijst erop dat er nog te weinig bekend is over de milieugevolgen voor de Westerschelde als er meer dan 10 miljoen kubieke meter wordt gestort.
Op de rechtszitting in december vorig jaar deden vertegenwoordigers van de minister nog een poging om het maximale stortquotum te brengen op 16 miljoen kubieke meter.
In de vergunning was door Netelenbos ook de plicht opgenomen voor de Vlaamse overheid om een hoeveelheid Vlaams slib op Vlaams grondgebied te bergen. Dit voorschrift is volgens de Raad van State in strijd met de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, omdat de wet alleen kan gelden op Nederlands grondgebied.
Het uitdiepen van de vaargeul van de Westerschelde werd in 1995 vastgelegd in een verdrag tussen Nederland en het Vlaamse gewest.