PCOB: Verbreed debat stervenshulp
De door de initiatiefgroep Uit Vrije Wil geïnitieerde discussie over stervenshulp bij voltooid leven gaat te snel over de vraag hoe deze hulp vorm moet krijgen.
Dat stelde voorzitter R. van Splunder van ouderenbond PCOB maandag tijdens een bijeenkomst op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE), waar ook vertegenwoordigers van politieke partijen aanwezig waren.„De voorstanders voeren de discussie te eenzijdig vanuit hun visie op mens en samenleving, waarin wij mensen autonome, redelijke en op zichzelf staande individuen zijn, die zelf over ons leven willen en kunnen beschikken”, aldus Van Splunder maandag. Dat Uit Vrije Wil aandacht vraagt voor „het schrijnende probleem” van oude mensen die hun leven voltooid vinden, noemde Van Splunder terecht, „maar voor de PCOB staat de vraag of we als maatschappij bij voltooid leven willen meewerken aan het zelfgewilde levenseinde voorop.”
Van Splunder riep ook Uit Vrije Wil op uitdrukkelijk stil te staan bij deze vraag. „Je hoeft niet gelovig te zijn om te ervaren dat wat kwetsbaar is ook kostbaar kan zijn.” De initiatiefgroep legt zelfbeschikking volgens hem op aan anderen. „En het gevaar ligt op de loer dat de oudere mens zich op termijn moet gaan afvragen: Mag ik er nog wel zijn?”
NPV-directeur dr. R. Seldenrijk noemde het uitzien van ouderen naar een zelfgekozen dood „een aanklacht tegen onze huidige samenleving. Om te kunnen blijven spreken van onze sámenleving, moet ons leven ook aan onze omgeving toebehoren. Een waardige ouderdom is meer dan een individuele eigenschap. Die ouderdom is een waarde die generaties met elkaar verwerkelijken”, aldus Seldenrijk, die net als Van Splunder opriep tot „een diepte-investering” in ouderen.
In navolging van Uit Vrije Wil riepen woordvoerders van het Humanistisch Verbond, Stichting Vrijwillig Leven en stichting De Einder de aanwezige politici juist op de vrijwillige levensbeëindiging bij voltooid leven snel te regelen. Het Humanistisch Verbond wil dat de politiek het recht op zelfbeschikking als uitgangspunt neemt. Voorzitter Zunderdorp van het Humanistisch Verbond noemde het verbeteren van de ouderenzorg „een gelegenheidsargument” waarmee beroepsorganisaties als die van artsen de discussie over een wettelijke regeling frusteren. Een discussie over de medisch-ethische aspecten van vrijwillige levensbeëindiging bij levensmoede ouderen is wat Zunderdorp betreft een gepasseerd station.