Advocaat moordzaak: mijn cliënt liegt
De advocaat van de 20-jarige Z.K. uit Deventer heeft vrijdag voor de rechtbank in Zwolle gezegd dat zijn cliënt liegt over haar rol bij de moord op een 24-jarige plaatsgenoot. Zij zou dit doen uit vrees voor bloedwraak of om haar 29-jarige man en medeverdachte S.G. uit de wind te houden.
Tegen beide verdachten is vrijdag vijftien jaar cel geëist. Ze hebben volgens justitie het slachtoffer in mei naar hun woning in de Van Boecholtstraat gelokt en vervolgens omgebracht. Het stoffelijk overschot van de man werd tien dagen later in twee stukken gevonden langs de A1 bij Bathmen.
Beide verdachten gaven zich begin juni aan bij de politie. De vrouw bekende de moord. Haar man zou het slachtoffer in de badkamer doormidden hebben gehakt. K. zegt het slachtoffer te hebben vermoord omdat de man haar begin dit jaar had verkracht. Zowel justitie als haar eigen advocaat bestrijden dit. De vrouw en het slachtoffer hadden volgens hen een geheime verhouding.
Advocaat P. Speijdel zegt dat zijn cliënt glashard liegt. Als mogelijke redenen noemt hij onder meer de vrees voor bloedwraak. Verdachten en slachtoffer zijn Turks met een Koerdische achtergrond. „Het kan ook zijn uit angst of juist liefde voor haar echtgenoot of bijvoorbeeld om haar eer te redden na de verhouding”, aldus Speijdel. Volgens hem heeft G. met een bijl op het slachtoffer ingehakt toen hij de twee minnaars thuis op de bank aantrof.
Volgens justitie zijn beide verdachten schuldig aan het medeplegen van moord. De verklaringen van K. over de verkrachting zijn volgens officier van justitie C. Schaap ongeloofwaardig. „Er is geen aangifte gedaan en de steeds wisselende verklaringen zijn leugenachtig.” Ook blijkt volgens haar uit het belgedrag van het slachtoffer en K. dat ze een verhouding hadden. Met hun mobieltjes belden ze elkaar bijzonder vaak over een lange periode. Het initiatief lag bij beiden.
Volgens de advocaat van de mannelijke verdachte is K. wel degelijk verkracht. Uit woede hierover zou ze het slachtoffer met een bijl hebben geslagen en de keel hebben dichtgeknepen. Toen dit gebeurde, kwam volgens de raadsman zijn cliënt thuis. „Hij heeft het slachtoffer niet omgebracht en kon niets doen. Hij heeft wel geholpen het lichaam te laten verdwijnen.”
Beide advocaten zijn het erover eens dat de bewijzen van justitie te mager zijn. Ze eisen vrijspraak. Volgens Speijdel is de eis van justitie bovendien „buiten alle proporties”. De rechtbank doet 3 januari uitspraak.