De aanklager noemde Paarlberg een onmisbare en ideale schakel voor Holleeder, doordat hij onbekend was en „een toonbeeld van onkreukbaarheid met wereldwijde contacten”.Endstra werd in 2004 geliquideerd. Paarlberg zou ongeveer 17 miljoen euro van Endstra hebben ontvangen op zijn rekeningen in Nederland en Zwitserland. In de lezing van Paarlberg hadden de betalingen van Endstra echter te maken met het ontvlechten van hun samenwerking.

Voor het witwassen van de afpersingsmiljoenen van Holleeder eiste het OM drie jaar cel, voor de overige feiten anderhalf jaar. Op het totaal werden zes maanden in mindering gebracht wegens de lange duur van het onderzoek en omdat er aanwijzingen zijn dat Paarlberg onder druk is gezet de betalingen van Endstra te ontvangen, aldus het OM.

Advocate Bénédicte Ficq van Paarlberg vindt de eis onbegrijpelijk. „Het OM steunt erg sterk op aanwijzingen dat mijn cliënt door Holleeder gedwongen is en dus slachtoffer is”, aldus Ficq. „De eis van drie jaar voor witwassen is dan onverteerbaar”.

Het OM meent dat het beeld van Paarlberg als onkreukbare zakenman moet worden bijgesteld, niet alleen op basis van de feiten, maar ook door de „oncontroleerbare en ontwijkende manier” waarop Paarlberg heeft verklaard.

Holleeder werd in hoger beroep veroordeeld tot negen jaar cel voor onder meer de afpersing van Endstra. Volgens het OM had Holleeder dat niet kunnen doen zonder de bereidheid van Paarlberg om zijn rekeningen beschikbaar te stellen. „Zonder de moord op Endstra was waarschijnlijk noch de afpersing door Holleeder, noch het witwassen door Paarlberg ontdekt”, aldus de officier. „De verwevenheid tussen de onder– en bovenwereld is in deze zaak meer dan ooit zichtbaar geworden”.

Het OM had twee dagen nodig om na een bijna 180 pagina’s tellend requisitoir tot een eis te komen. Komende week houdt de verdediging haar pleidooi. De rechtbank doet naar verwachting op 8 juni uitspraak.