Niet betaald, wel verbreed in de file staan
„Willen de kiezers een ruk naar rechts? Dan zullen ze hem krijgen ook.” Dat moet volgens GroenLinks-leider Rosenmöller voor de drie kabinetsonderhandelaars het leidende principe zijn geweest.
Hoe dit ook zij, op verschillende beleidsterreinen is er een opvallende koersverlegging. Zoals bij het mobiliteitsbeleid. Professor H. van Zuylen: „Men zoekt de oplossing in verbreding van wegen, maar het is bijna zeker dat dat niet werkt.”
Het strategisch document van Balkenende (CDA), Herben (LPF) en Zalm (VVD) is uiteindelijk toch iets langer geworden dan gepland. Een A44’tje, grapte iemand onlangs, zinspelend op het A4’tje dat de bedoeling was en de 45 pagina’s die uiteindelijk uit Donners printer rolden.
Binnen dat geheel beslaat de mobiliteitsparagraaf één kantje. „Nederland staat te vaak stil in de auto of wacht te lang op het perron”, schrijven de drie onderhandelaars. En omdat mobiliteit en economische groei samenhangen, zijn „forse(re) inspanningen nodig om Nederland weer in beweging te krijgen.”
Onder die forse inspanningen valt vooral het middel van wegverbreding op. Wel beseffend dat het verbreden van wegen in Nederland niet van de ene op de andere dag gebeurd is, maar dat daar allerlei inspraakprocedures aan voorafgaan, stellen de drie partijen voor een spoedwet Wegverbreding in te dienen.
Daarnaast is er volgens hen nog een aantal andere maatregelen die doorstroming in het verkeer kunnen bevorderen, zoals een uitbreiding van het inhaalverbod voor vrachtwagens, extra rijstroken, toeritdosering, verkorten van de afstand tussen woonplaats en werkplaats, en ict-toepassingen in woon- en werksituaties.
Met deze inzet op mobiliteitsgebied kiezen CDA, LPF en VVD voor een totaal ander beleid dan de paarse coalitie, stelt prof. dr. H. van Zuylen, hoogleraar verkeers- en vervoersmanagement aan de Technische Universiteit Delft, vast. „Dit is niet te vergelijken met de voorgaande periode.”
Wat Van Zuylen vooral mist, is een samenhangende langetermijnvisie. „Er wordt in het geheel niet aangegeven wat men op een gegeven moment wil bereiken. Men stelt zich, als het om het terugdringen van de congestie gaat, geen meetbare en controleerbare doelen. Wat willen we nu eigenlijk met onze infrastructuur doen? Zijn we bereid de groeiende vraag naar mobiliteit te faciliteren of niet? Die vragen worden niet gesteld, laat staan beantwoord.”
Iets van een samenhangende visie vond Van Zuylen nog wel terug bij het tweede paarse kabinet. „Dat heeft in het laatste Nationaal Verkeers- en Vervoersplan (NVVP) tenminste nog een poging gedaan een integrale aanpak te kiezen. Dat plan, dat helaas vlak voor de verkiezingen met behulp van de VVD is afgeschoten, vocht op verschillende fronten tegelijk. Het ging uit van de trits benutten, beprijzen en bebouwen. Het element beprijzen heeft men nu volledig laten vallen.”
Dat laatste betreurt ook prof. dr. P. Rietveld, vervoerseconoom aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. „Het is jammer dat men het prijsbeleid helemaal loslaat. Het is een van de kansrijkste middelen om de verstoppingen in het verkeersnet enigszins hanteerbaar te houden. Zonder te beweren dat wij zomaar vergelijkbaar zijn met een Aziatisch land, vind ik het toch veelzeggend dat men in Singapore daadwerkelijk een gedifferentieerde vorm van kilometerheffing heeft ingevoerd en dat het daar subliem werkt. Mensen zijn nu eenmaal erg gevoelig op hun portemonnee.”
Dat het verbreden van wegen dé oplossing van de fileproblematiek zou zijn, geloven beide hoogleraren niet. Van Zuylen: „Op korte termijn kan daardoor de rijsnelheid wel wat hoger worden, maar het staat vast dat dat meteen weer meer verkeer aantrekt. Mensen die nu nog extra vroeg van huis gaan om de file voor te zijn, gaan dan weer op de normale tijd vertrekken, zodat het verkeer binnen de kortste keren opnieuw vast staat.”
Rietveld: „De files worden misschien wat korter, maar ook breder. We staan niet meer tweebaans maar driebaans in de file.”
Daar komt bij dat het verbreden van wegen niet van de ene op de andere dag valt te realiseren. Van Zuylen: „Onder de huidige wetgeving duurt het zo acht tot tien jaar voor een weg is gerealiseerd, gerekend van het allereerste plan tot het daadwerkelijk openstellen van de weg. Misschien dat een spoedwet dat iets kan versnellen, maar we moeten daar geen hoge verwachtingen van hebben. We leven in Nederland nu eenmaal in een dichtbevolkt land en in een democratische rechtsstaat. Langs autowegen staat bijna altijd bebouwing. Die mensen jaag je daar -gelukkig- niet één twee drie weg.”
Het hier en daar verbreden van wegen draagt bovendien het risico in zich dat files zich alleen maar verplaatsen naar het volgende knelpunt. Rietveld: „Heel bepalend voor congestie zijn knooppunten, rivierovergangen en tunnels. Als je daar geen oplossing voor vindt, helpt het verbreden van het overige traject weinig. Maar knooppunten liggen in Nederland vaak in stedelijke centra, zodat uitbreiding en verbreding daar moeilijk is. En een tunnel maak je ook niet zomaar van tweebaans driebaans. Dat is lastig en duur.”
Van Zuylen: „Ik heb niet de indruk dat de onderhandelaars erg veel werk hebben gemaakt van de paragraaf mobiliteitsbeleid. Het klinkt aardig om naast wegverbreding nog enkele instrumenten te noemen die behulpzaam kunnen zijn, maar van de meeste daarvan hoef je weinig te verwachten. Een inhaalverbod voor vrachtwagens heeft weinig of geen effect op de files. Dat wil zeggen: als er al een file staat, maakt het niets meer uit of een vrachtwagen mag passeren of niet. En thuiswerken per computer heeft ook nooit opgeleverd wat men ervan had verwacht.”
Erg jammer vinden beide wetenschappers het dat er in de mobiliteitsparagraaf van het strategisch document elementen zitten die het gebruik van de auto juist stimuleren. Van Zuylen: „Je kunt wel vooropstellen dat je de economie wilt laten groeien en met dat oogmerk Nederland weer in beweging wilt brengen, maar in dat licht bezien is het teruggeven van het kwartje van Kok contraproductief. Het staat vast dat als je de brandstof 10 procent goedkoper maakt, het reizen met 2 procent toeneemt.”
Rietveld: „Met het teruggeven van het kwartje van Kok creëer je onnodig een extra probleem. Dat raakt niet alleen de economie, maar uiteindelijk ook de Kyoto-afspraken over de uitstoot van CO-2.”
Van Zuylen: „De aanpak die het kabinet in wording voorstaat, is zeker niet de oplossing van het fileprobleem, niet op korte en niet op lange termijn. Het heeft wel als voordeel dat ik als hoogleraar verkeers- en vervoersmanagement voorlopig niet zonder werk kom te zitten.”
Dit is de derde aflevering in een vierdelige serie over het nieuwe regeerakkoord.