Afgeladen vol zit de zaal in cultureel centrum De Camp in Woudenberg. Honderden mensen zijn getuige van de uitreiking van de lintjes. De musici van harmoniegezelschap Fidelio spelen vaderlandse liederen.Burgemeester J. van Bergen roept M. Blokhuis als eerste naar voren. De gedecoreerde wordt onder meer benoemd tot lid in de Orde van Oranje-Nassau vanwege zijn „grote staat van dienst in de kerkgemeenschap.” De burgemeester memoreert het „grote sociale talent” en het „grote geloofsvertrouwen” van de hervormde Woudenberger.

Behalve ernst is er ook luim. „U moest als rechercheur van TNT Post iemand van onbesproken gedrag zijn. Nu heb ik gehoord dat u al uw vier kinderen vanaf hun twaalfde jaar op een parkeerplaats bij het Henschotermeer het autorijden geleerd hebt. Maar goed, u bent de dans ontsprongen.”

Ook G. van de Lagemaat krijgt een lintje, onder meer vanwege zijn vrijwilligerswerk bij de EHBO en bij de Gereformeerde Bijbel Stichting Scherpenzeel-Woudenberg. Hij vervoerde gehandicapten. „U stond onder hen bekend als ome Gerrit. Dan zit het helemaal goed.”

Onder de gedecoreerden zijn twee echtparen. Zo is er een lintje voor G. G. L. van Duijvenbooden-van den Broek. „Een gouden duizendpoot.” Waardering is er voor haar betrokkenheid bij campingevangelisatie en haar hulp in zorgcentrum Groenewoud. Ooit, zo weet de burgemeester te vertellen, promoveerde een arts haar tot vroedvrouw, hoewel ze daar geen opleiding voor had genoten. „Misschien was de barensnood zo hoog gestegen dat die arts het niet meer zag zitten.”

Echtgenoot W. van Duijvenbooden, ambtsdrager bij de hervormde gemeente in Woudenberg, wordt koninklijk onderscheiden vanwege onder meer zijn vrijwilligerswerk op muzikaal gebied en betrokkenheid bij de bouw van een pijporgel. „Je moet een gedreven man zijn als je een pijporgel naar jouw pijpen kunt laten dansen”, grapt de burgemeester.

Meer orgelfans uit Woudenberg krijgen een lintje. J. J. Timmer, ook carillonrestaurateur, zei zijn vrouw ooit dat hij „eerst met zijn orgel is getrouwd.”