Binnenland

Brandweer: Alle ingrediënten zijn aanwezig

Kale bomen, een stevige wind en een poos geen regen. Onder die omstandigheden kan een natuurbrand makkelijk ontstaan, zegt Adriaan Verstoep, die dinsdag de leiding had bij de brand in Hoog Soeren.

21 April 2010 11:14Gewijzigd op 14 November 2020 10:23
APELDOORN – Kale bomen, een stevige wind en een poos geen regen. Onder die omstandigheden kan een natuurbrand makkelijk ontstaan, zegt Adriaan Verstoep, die dinsdag de leiding had bij de brand in Hoog Soeren. Foto ANP
APELDOORN – Kale bomen, een stevige wind en een poos geen regen. Onder die omstandigheden kan een natuurbrand makkelijk ontstaan, zegt Adriaan Verstoep, die dinsdag de leiding had bij de brand in Hoog Soeren. Foto ANP

Veel natuurbranden woeden in het voorjaar. Verstoep: „De meeste bomen staan alleen nog maar in de knop en de sapstromen in de bast zijn nog niet goed op gang. Bladeren en sapstromen werken brandremmend en zijn dus nog niet aanwezig.”Een tweede reden waarom er deze week verschillende natuurbranden uitbraken is de droogte. In grote delen van het land heeft het al behoorlijk lang niet geregend. Tel daarbij op de stevige wind en alle ingrediënten voor een natuurbrand zijn aanwezig. Door de wind wordt het dode hout in het bos kurkdroog. Bovendien wakkert het de natuurbranden aan. „Dinsdagavond was de windsnelheid 6 tot 8 meter per seconde. Dat betekent dat de brand zich in één uur 600 tot 800 meter kan verplaatsen”, aldus Verstoep.

Ook al zijn alle ingrediënten aanwezig, het eerste vlammetje moet ergens vandaan komen. In principe ontstaan alle natuurbranden door menselijk handelen. Het kan zijn dat iemand een glazen flesje heeft weggegooid. De zon schijnt erin, het werkt als een vergrootglas en ziedaar: een droog stukje hei begint spontaan te branden. Of iemand gooit achteloos een nog smeulende peuk langs de kant van de weg of het pad. Met tientallen hectare verwoest natuurgebied tot gevolg.

Het ziet er echter naar uit dat de meeste natuurbranden ontstaan omdat iemand bewust de boel in de fik steekt. Officiële woordvoerders van politie, brandweer en natuurorganisaties zullen dat niet een-twee-drie toegeven, maar off the record luchten zij hun hart wel eens dat er steeds vaker van die „gestoorde lui rondlopen die wel eens verzetje willen.”

Ondertussen is de brandweer steeds meer voorbereid op grote natuurbranden. „We oefenen zeer regelmatig in het bestrijden van natuurbranden”, vertelt hoofdofficier Verstoep. „Elke oefening levert weer leermomenten op. Daardoor liep de bestrijding van de brand gisteren bij Hoog Soeren als een trein.”

Het inperken van natuurbranden kan de brandweer echter niet alleen, benadrukt Verstoep. „Veel gemeenten en provincies zijn zich niet bewust van het risico dat een grote natuurbrand met zich meebrengt.” Verstoeps collega bij de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Allard van Gulik schreef vorig jaar een alarmerend rapport over deze kwestie. Sindsdien is er veel verbeterd. „Het risicobewustzijn is verdubbeld”, beweert Verstoep.

Een probleem is dat het beleid van natuurorganisaties en gemeenten de bestrijding van natuurbranden moeilijker maakt. Verstoep geeft een voorbeeld: „Bospercelen moeten, ook in het kader van de Europese Natura 2000-wetgeving, groter worden om de dieren in het bos meer rust te gunnen. Er worden dus paden afgesloten voor het publiek. Wij kunnen er dan echter ook niet meer door. Organisaties moeten zich bewust zijn dat door dit beleid meer hectares zullen afbranden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer