Onderwijsinspectie wil meer verplichte toetsen
Zwakke scholen zoeken de oorzaken van slechte prestaties te weinig bij zichzelf en te veel bij de leerlingen. Om de oorzaken beter in beeld te krijgen, zou er op meerdere momenten in de schoolloopbaan een verplichte toets moeten zijn.
Dat stelt de onderwijsinspectie in het woensdag gepresenteerde jaarlijkse Onderwijsverslag. Het aantal zwakke en zeer zwakke scholen is in bijna alle onderwijssoorten afgenomen, maar nog steeds gaan zo’n 145.000 leerlingen naar een dergelijke school.Scholen zouden kritisch naar zichzelf moeten kijken en zich moeten vergelijken met andere scholen, stelt de inspectie. „Toetsen zouden niet alleen moeten meten of leerlingen een bepaald niveau halen, maar ook hoe ver ze boven of onder dat niveau zitten. Deze gegevens zijn onmisbaar voor verbeteringen op leerling-, klas-, school- en stelselniveau.”
De zwakke en zeer zwakke scholen bevinden zich vooral in het noorden van het land en in de vier grote steden. Leerlingen op deze scholen komen vaker uit autochtone of allochtone achterstandsgroepen en hebben goed onderwijs juist hard nodig voor hun ontwikkeling. Als de inspectie een school zwak of zeer zwak noemt, betekent het dat de prestaties langere tijd ver onder het gemiddelde niveau van scholen met vergelijkbare leerlingen liggen.
De inspectie vindt dat besturen, scholen en leraren de risico’s en tekortkomingen in het onderwijs voortvarender moeten aanpakken. Het ministerie en de sectororganisaties hebben initiatieven genomen om deze scholen te helpen. Ervaringen van de inspectie met zeer zwakke scholen laten zien dat krachtige maatregelen van besturen in korte tijd grote verbeteringen kunnen opleveren.
Driekwart van de basisscholen werkt onvoldoende opbrengstgericht voor rekenen en wiskunde, terwijl bewezen is dat dit helpt om leerlingen beter te laten presteren, stelt de inspectie. Scholen die prestatiegericht werken, „stellen duidelijke doelen voor alle leerlingen, analyseren problemen van leerlingen die de doelen niet halen en slagen er vaak in die te verhelpen door goede zorg. Leraren op scholen die opbrengstgericht werken, hebben in hun les-sen duidelijk voor ogen wat ze hun klas moeten leren en stemmen hun onderwijs effectief af op de verschillen tus-sen leerlingen. Deze scholen kijken jaarlijks kritisch hoe alle groepen presteren en verbeteren zich snel als prestaties tegenvallen.”
Voor de kwaliteit van het onderwijs is het volgens de inspectie van belang dat scholen de wet- en regelgeving naleven: voldoende onderwijstijd (meer scholen houden zich eraan, maar nog niet alle: twee derde van het voortgezet onderwijs, 83 procent in het middelbaar beroepsonderwijs), handelingsplannen voor leerlingen met een rugzakje of leerwegondersteuning (wettelijk verplicht, maar ze ontbreken op de helft van de middelbare scholen) en een handtekening van de ouders onder dat plan (ontbreekt vaak).