Binnenland

Nog altijd 145.000 kinderen op zwakke school

UTRECHT (ANP) – Nog steeds krijgen 145.000 leerlingen in Nederland onderwijs van onvoldoende kwaliteit omdat zij op een zwakke of zeer zwakke school zitten. Dat aantal, dat neerkomt op 7 procent van het totaal, is wel gedaald ten opzichte van een jaar eerder.

Dat meldt de Onderwijsinspectie in haar jaarverslag, dat woensdagochtend wordt gepubliceerd.

21 April 2010 10:51Gewijzigd op 14 November 2020 10:23
Geert Wilders houdt niet van zwakke kinderen. Foto ANP
Geert Wilders houdt niet van zwakke kinderen. Foto ANP

De zwakke scholen zitten vooral in het noorden van het land en in de vier grote steden en tellen relatief veel autochtone en allochtone achterstandsleerlingen. „Leerlingen die voor hun ontwikkeling het meest zijn aangewezen op goed onderwijs, moeten dat het vaakst ontberen", schrijft de inspectie. In het bijzonder onderwijs is de situatie het ergst: daar staat bijna 30 procent van de scholen onder verscherpt toezicht, al is dat wel een verbetering ten opzichte van vorig jaar.

Zwakke en zeer zwakke scholen zouden volgens de inspectie kritischer naar zichzelf moeten kijken. Zij zoeken de oorzaak van hun ondermaatse prestaties nog te vaak bij de leerlingen in plaats van bij henzelf. De inspectie pleit voor verplichte toetsen die leerlingen op verschillende momenten van hun schoolloopbaan maken. Dat zou voor scholen een instrument zijn om hun eigen prestaties te vergelijken en indien nodig te verbeteren.

De inspectie stelt verder vast dat prestatiegericht onderwijs nog onvoldoende van de grond komt. Prestatiegericht wil zeggen dat scholen duidelijke doelen stellen voor alle leerlingen, en gericht de problemen aanpakken van leerlingen die moeite hebben die doelen te halen. Bijvoorbeeld op het gebied van rekenen en wiskunde werkt slechts een kwart van alle scholen op die manier. Dat aandeel moet omhoog, vindt de inspectie, omdat bewezen is dat de methode helpt om leerlingen beter te laten presteren.

Het tekort aan gekwalificeerde leerkrachten laat zich vooral voelen in het voortgezet onderwijs. Daar is bij een op de zes lessen de leraar niet bevoegd voor het vak dat hij geeft. In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is dat in een op de tien gevallen zo. In het basisonderwijs staan nauwelijks onbevoegde meesters en juffen voor de klas.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer