Kouwenhoven stond eerder bij de rechtbank en het gerechtshof terecht voor oorlogsmisdaden en illegale wapenhandel in het West-Afrikaanse Liberia in 2002 en 2003. Dat land werd toen verscheurd door een bloedige burgeroorlog. Milities van Kouwenhoven hadden volgens het Openbaar Ministerie (OM) daar aan meegedaan door te vechten voor de toenmalige machthebber van het land, president Charles Taylor.Het gerechtshof in Den Bosch moet de hele zaak in hoger beroep opnieuw doen.

Volgens de Hoge Raad had het hof het OM tijdens de behandeling van de zaak nog ruimte moeten geven om twee anonieme getuigen bij de onderzoeksrechter te laten verklaren. Dit waren twee getuigen van het Siera Leone-tribunaal. Daarom mochten ze alleen anoniem hun verhaal doen. Het hof vond het niet nodig om hun nog te horen. Dat besluit vindt de Hoge Raad onterecht. Het verzoek van het OM om deze getuigen te horen had niet zomaar afgewezen mogen worden.

Het hof sprak de Nederlander op 10 maart 2008 vrij wegens een „groot gebrek aan bewijs", nadat de rechtbank hem in 2006 had veroordeeld tot acht jaar cel voor wapenhandel. Het hof kraakte het opsporingsonderzoek naar de vermeende misdrijven van Kouwenhoven zelfs af.
De rechters benadrukten dat OM zelf ook had kunnen weten dat de belastende verklaringen veel tegenstellingen en objectief vast te stellen onwaarheden bevatten. Het hof destijds: „Die toetsing is achterwege gebleven, ondanks dat daar alle aanleiding voor was."

Het gerechtshof noemde deze werkwijze van het OM ook nog eens „een grote zorg die voor de rechter een negatieve invloed heeft voor de waarheidsvinding". De raadsheren vonden het „verontrustend" dat de aanklagende instantie zo weinig oog voor deze ontwikkeling heeft gehad.

Het OM ging tegen de vrijspraak in cassatie bij de Hoge Raad.