Zaterdagavond. Het catechisatielokaal van de gereformeerde gemeente in Nederland aan de Oude Hof vult zich met zo’n vijftig jongeren van 15 jaar en ouder. Tegen de muur een kast met indrukwekkende prekenboeken, in het midden stoelen, op de tafel een laptop.Ouderling A. Verwijs opent. „Dit keer lees ik geen Bijbelgedeelte, zoals anders, maar artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, in verband met het onderwerp: ordehandhaving in de samenleving.” In zijn gebed besteedt de ambtsdrager aandacht aan „jongeren die vanavond op plaatsen zijn waar ze niet kunnen sterven.”

Mr. A. van Stuijvenberg, oud-politieman en nu advocaat, krijgt het woord. Jongeren die rekenen op spannende verhalen over boeven vangen, komen er bekaaid van af. Maar van prikkelen houdt de spreker wel: „Jullie zijn van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, ik van de Gereformeerde Gemeenten synodaal. De organisatie heeft mij echter verzekerd dat ik niet in vijandelijk gebied ben.”

Het grapje heeft een diepere betekenis. „Het is toch treurig, al die kerkelijke verdeeldheid. We zijn allemaal van dezelfde lap gescheurd. We tieren, net als een eend, het best in het water; het water van de zonde.” En dan met één stap naar het onderwerp van zijn lezing: „De politie, boeven, een andere wereld? Nee, de wereld zit in ons hart.”

Van Stuijvenberg heeft stellingen meegekregen: Eigen rechter spelen is toegestaan als de overheid niet ingrijpt. Hij bekent: „Ik heb een bank in het park in stukken gezaagd omdat hangjongeren overlast veroorzaakten en de gemeente er niets aan deed. Maar het mág natuurlijk niet.” Er volgt een kort college: „Wat is erger: dat je fiets wordt gestolen of dat er ergens een roofoverval wordt gepleegd? Dat van je fiets natuurlijk. Hoe dichterbij, hoe groter onze ophef. Bij de politie noemen we dat de afstands- en de nabijheidsreactie.”

Andere stelling: De doodstraf moet direct ingevoerd worden. Slechts een enkeling in de zaal stemt voor. Van Stuijvenberg: „De doodstraf komt in de Bijbel voor, maar gebiedt de Bijbel die ook? Volgens mij niet. En dan het risico dat onschuldigen ter dood worden gebracht. Trouwens, wie wil de doodstraf eigenlijk uitvoeren?”

Diaken Bolier: „Wat betekent het zwaard van de overheid dan?” Van Stuijvenberg: „Niet om daarmee iemands bol af te hakken of in z’n borstbeen te prikken, maar om het eigen rechtertje spelen te voorkomen.” Op Boliers vraag om „een oneliner” ter afsluiting, citeert Van Stuijvenberg het gezang ”Ik zie een poort wijd open staan”. „En nu de oneliner: Ook voor jou?”

Het is negen uur, tijd voor het informele gedeelte. Na het dankgebed zijn er hapjes en drankjes. Om de spreker verzamelt zich een groep geïnteresseerde jongeren. Anderen roken buiten een peuk.

Waarom Lambert Horst (22) de bijeenkomsten bezoekt? „Ik vind het mooi, zo’n moment van bezinning op zaterdagavond. Soms hebben we een diepgravend onderwerp, vanavond is het wat laagdrempeliger.” Geurt van Lagen (21): „Ik kom hier om wat te doen te hebben. Op andere zaterdagavonden pak ik thuis een boek.” Marianne van Essen (17) is er „eigenlijk altijd” met haar vriendinnenclub. Zijn er andere bijeenkomsten in beeld? „Misschien een keer Kom Ook of Zin-in.”

De corveeploeg begint op te ruimen. Even over tienen doven de lampen in het zaaltje en verlaat een lange sliert auto’s de Oude Hof. Zaterdag 8 mei is de volgende jongerenavond: ds. Schultink. Aansluitend barbecue.

„Bij ds. Mallan was het zo druk dat we naar het kerkgebouw moesten.”

Wat is de doelstelling?

„Een alternatief bieden voor het uitgaansleven, hoewel we de jongeren die gewend zijn naar de kroeg te gaan hier niet krijgen. Je moet als kerkenraad wel je verantwoordelijkheid nemen. Daarom zijn we zes jaar geleden met deze bijeenkomsten begonnen. We hebben twee groepen: 12+ en 15+. Ze komen allebei één keer per maand samen. Overigens is het voor mij een wonder dat er elke bijeenkomst zo veel jongeren, tussen de veertig en de zestig, aanwezig zijn.”

Wat is het profiel van de bijeenkomsten?

„Bezinning en gezelligheid. We zijn geen groep catechisanten, geen soos, maar willen ook geen vereniging van rijke jongelingen zijn. Uiteraard mogen jongeren vragen stellen, ook kritische, maar een jeugdvereniging kan gemakkelijk een broeinest van kritiek op de kerk worden. Dat willen we niet.”

Welke onderwerpen worden behandeld?

„Het is een mix van actuele, ethische en praktische thema’s. De sprekers hoeven niet alleen van ons eigen kerkverband te zijn, maar we zoeken ze wel nadrukkelijk in de rechterflank. Af en toe hebben we een predikant, onder andere ds. Mallan is geweest, of iemand uit de politiek. Uit een enquête onder de jongeren blijkt dat ze behoefte hebben aan ontspannende activiteiten buiten de jongerenavonden om. Daar gaan we als jeugdcommissie over nadenken.”

Op tal van plaatsen in het land worden, meer of minder regelmatig, bijeenkomsten voor christelijke jongeren georganiseerd. Door een jeugdbond, door een plaatselijke gemeente, of als particulier initiatief. In een serie artikelen zoomt deze krant in op het verschijnsel jongerenavonden. Vandaag deel 6: op bezoek in Elspeet. Morgen in het katern Accent het laatste deel.