Eikenprocessierups duikt weer op
De eikenprocessierups is de afgelopen week weer gesignaleerd.
Volgens de Natuurkalender, een waarnemersnetwerk van tal van natuurorganisaties, zijn er vorige week in Limburg en Noordoost-Brabant plakkaten rupsen in eikenbomen gezien. Vooral uit de omgeving van Weert in Limburg komen volgens de kalender meldingen binnen, zo bleek donderdag.De eikenprocessierups komt sinds begin jaren negentig in Nederland voor maar bleef eerst vooral beperkt tot Brabant en Gelderland. Het overlast veroorzakende dier, een larve van een nachtvlinder, rukt echter steeds verder op. In 2004 staken rupsenkolonies de Rijn over en vorig jaar werden de beestjes al in Zeeuws-Vlaanderen, in Delft en op de grens van Overijssel en Drenthe aangetroffen. Dit is het twintigste jaar dat de rups in Nederland is gehuisvest.
De eikenprocessierups kan bij mensen en dieren hevige klachten veroorzaken. Dat komt door de brandhaartjes op het lichaam van de rups, die vanaf half mei loslaten. Elke rups heeft zo’n 700.000 brandhaartjes, die kunnen zorgen voor jeuk, geïrriteerde ogen en luchtwegklachten. Als de rupsen succesvol zijn bestreden, kunnen de achtergebleven haartjes nog wel zes tot acht jaar voor klachten zorgen.
Provincies, gemeenten, rijksdiensten, GGD’s en wetenschappers werken samen in de Expertgroep Eikenprocessierups om de verspreiding en de overlast van het beestje te volgen. De Wageningen Universiteit zoekt naar manieren om de rupsen te bestrijden. De wetenschappers hopen een natuurlijke vijand van de harige dieren te vinden.