De officier van justitie in Zwolle, mr. M. H. L. Verwiel, eiste deze straffen dinsdag voor de economische kamer van de rechtbank tegen K. S. K. (31) uit Zoetermeer, H. S. K. (33) uit Maassluis en hoofdverdachte M. A. H. (32) uit Den Haag.

Verwiel verwijt het drietal dat ze door het illegaal bankieren hebben meegewerkt aan mensensmokkel. De verkregen gelden werden gebruikt om illegalen uit Nederland naar onder andere Engeland te smokkelen. „Ze hebben geld verdiend aan de weinig florissante omstandigheden van hun landgenoten”, aldus Verwiel, die stelde dat er in Nederland en via allerlei buitenlandse kantoren ruim 3,5 miljoen euro was omgezet.

De politie kwam het drietal op het spoor via een onderzoek naar mensensmokkel. Hierbij bleek dat vooral H. voortdurend telefonisch aan het onderhandelen was over zijn verdiensten bij de geldtransacties tussen Nederland en Irak.

H. zei niets aan het bankieren te hebben verdiend. Hij zou alleen vanwege humanitaire redenen het geld van in Nederland wonende landgenoten hebben aangepakt en ervoor hebben gezorgd dat het geld bij familie in hun vaderland terechtkwam. Tegen H. spreekt dat de rechtbank zijn betrokkenheid bij mensensmokkel in november vorig jaar al veroordeelde. Hij kreeg hiervoor tien maanden cel.

Indertijd werd er voor mensensmokkel en ondergronds bankieren samen vijf jaar cel tegen hem geëist. Zijn raadsman mr. M. L. M. van der Voet vindt dat de Zwolse rechtbank niet bevoegd is om over de zaak te oordelen, zodat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Ook betoogde de advocaat dat legaal bankieren met inwoners van Irak niet mogelijk is, zodat zijn cliënt wel op deze manier moest handelen. De beide andere raadslieden vonden de strafeis veel te hoog. Volgens hen zijn de andere verdachten slechts stromannen geweest.

De rechtbank doet 8 april uitspraak.