Stichting op de bres voor smidse Leerbroek
„Govert de smid heeft destijds de hamer neergelegd en die ligt er nu nog. Alles is ingericht zoals toen. Dit is uniek voor Leerbroek. En dat moet zo blijven.”
Als het aan de oprichters van Stichting de Oude Smederij ligt, blijft de smidse aan de Dorpsweg behouden voor Leerbroek. Kees Verkerk, Erik van Merkerk, Arie van Bezooijen en Huib de Klerk doen sinds vorig jaar zomer, toen Hilligje van Merkerk, de zus van Govert, op 87-jarige leeftijd overleed, hun uiterste best om van het pand een streek- en smederijmuseum te maken. Hun grootste zorg is dat de locatie –midden in het dorp, pal naast de monumentale kerk– in handen valt van projectontwikkelaars. Vandaar dat ze B en W van de gemeente Zederik hebben gevraagd de oude smederij te kopen.De plaatselijke politiek staat vierkant achter de plannen. Desondanks is de aankoop van de locatie nog niet beklonken. De onderhandelingen zijn door verkiezingen en coalitievorming stil komen te liggen, maar de leden van de stichting doen er alles aan om beide partijen weer om de tafel te krijgen.
De initiatiefnemers hebben volop motieven om de smederij te behouden voor het nageslacht. Maar ook hun persoonlijke betrokkenheid speelt een rol. Kees Verkerk uit Meerkerk en Erik van Merkerk uit Schoonrewoerd zijn familie van het smidsgeslacht Van Merkerk. De ooms van Hilligje en Govert huisden onder meer in Schoonrewoerd, Hei- en Boeicop en Nieuwpoort. Beide bestuursleden van de stichting bezochten de afgelopen jaren af en toe Hilligje, terwijl Arie van Bezooijen zijn leven lang naast de smederij woonde. „Ik was er kind aan huis. Toen ze behoeftig werd, heb ik haar bijgestaan. Ze leefde heel eenvoudig, stookte op een driegaatskachel, had geen telefoon en amper elektra. Soms gaf ze rondleidingen. Ze kon er uren over vertellen.”
Als de gemeente het gebouw en de grond met een totale oppervlakte van 1500 vierkante meter aankoopt, liggen de plannen voor de aanpak van het rijksmonument klaar. De oude smederij blijft intact, het achterhuis met zolder wordt ingericht als streekmuseum voor de Vijfheerenlanden en mogelijk wordt de hooiberg in ere hersteld. De tuin met 54 verschillende kruiden wordt opgeknapt. Van Bezooijen: „Vroeger kwam men van heinde en verre voor een middeltje tegen eczeem en dauwworm.”
De stichting wil de plannen financieren via acties en subsidies. „Zestig vrijwilligers hebben zich aangemeld om rondleidingen te verzorgen, koper te poetsen of te bedienen in het theehuisje. Dat is een signaal om door te gaan.”
De stichting is ervan overtuigd dat het museum een verrijking is voor het dorp. „Hiermee kan Zederik zich op de kaart zetten. Natuurlijk wordt het niet groot. Het is geschikt voor kleinschalig toerisme: voor groepjes van ongeveer tien personen. En op zondag blijft het dicht. Vanaf het begin hebben we benadrukt dat we de rustdag eerbiedigen. Dat is een voorwaarde.”
De plannenmakers praten enthousiast over de ‘schatten’ van de smederij. „De oude blaasbalg, de machines, de plek waar de paarden werden beslagen, de wagens, de bedsteden, de oude kleding; zelden zie je het zo compleet. Het zou jammer zijn als de collectie uit elkaar zou vallen. Hilligje wilde het bij elkaar houden. Een museum zou ze graag hebben gewild.”