Dat schrijft minister Kamp van VROM in een reactie op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie bouwnijverheid dat maandag naar de Tweede Kamer is gestuurd. De Kamer debatteert volgende week met de regering over het eindrapport van de commissie.

Omdat de bouw zelf verantwoordelijk is voor een cultuurverandering, waarbij vooroverleg en prijsopdrijving niet meer voorkomen, voelt het kabinet niets voor een sterke coördinerende minister voor de bouw. De enquêtecommissie pleit daarvoor, maar volgens Kamp is dat een verkeerd signaal. De bouw moet geen aparte bedrijfstak worden. Daarom moet de minister van Economische Zaken, net als voor het overige bedrijfsleven, het aanspreekpunt zijn.

Het kabinet is het eens met de enquêtecommissie dat er waarschijnlijk nooit duidelijkheid zal komen over de schade die de overheid heeft geleden vanwege de prijsopdrijvende afspraken tussen aannemers. De commissie denkt dat de marge bijna 9 procent is. Volgens Kamp zal in een enkel individueel geval duidelijk worden hoeveel de overheid is opgelicht. Het kabinet is tegen een algehele schikking met het bedrijfsleven om verdere justitiële vervolging te voorkomen.

In de brief kondigt de bewindsman tal van concrete maatregelen aan om bouwfraude in de toekomst te voorkomen en beter te kunnen bestrijden. Zo moet er nieuwe aanbestedingswetgeving komen voor bouwopdrachten, waaraan zich alle overheden, dus ook gemeenten, provincies en waterschappen, moeten houden.

Het toezicht op goede concurrentie wil de overheid verbeteren door de Nederlandse Mededingingsautoriteit meer bevoegdheden te geven. Zo mag de dienst in de toekomst ook privé-woningen van aannemers betreden als zich daar bewijzen voor schaduwboekhoudingen zouden bevinden.

De overheid moet volgens het kabinet bedrijven die zich schuldig hebben gemaakt aan fraude kunnen uitsluiten van opdrachten. In de praktijk zal de screening verlopen via een bureau dat toegang heeft tot justitiële bronnen.