„Medische opleiding moet diepgaander”
„De medische opleiding van de basisarts moet minder breedte en meer diepgang krijgen. De huidige basisarts is wel bevoegd, maar niet bekwaam.”
Dat betoogde prof. dr. T. Splinter vrijdag in zijn oratie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR), waar hij de leerstoel ontwikkeling van het medisch onderwijs aanvaardde.
De hoogleraar wil bevoegde artsen ook bekwaam maken, desnoods iets minder bevoegd, maar wel bekwamer. Onder zijn leiding heeft de Rotterdamse universiteit de laatste jaren een ingrijpende vernieuwing van de opleiding geneeskunde doorgevoerd. Deze staat model voor de vernieuwing van artsenopleidingen aan de andere universiteiten.
Volgens Splinter maakt het huidige tekort aan artsen en veranderende beroepsperspectieven het noodzakelijk dat de opleidingstijd zo efficiënt mogelijk wordt ingevuld. Om dat te realiseren heeft de EUR als enige geneeskundige opleiding in Nederland 50 procent van de nieuwe eerstejaarsstudenten geneeskunde geselecteerd op basis van motivatie. „Gemotiveerde studenten studeren sneller en zullen beter gebruikmaken van de mogelijkheden die de opleiding biedt om hun eigen talenten te ontdekken en te ontplooien”, aldus Splinter tijdens de oratie.
Artsen moeten zich volgens hem al in hun basisopleiding op één vakgebied specialiseren. Ook beperkte de medische opleiding in Rotterdam de breedte van de opleiding ten gunste van de diepgang op deelgebieden. Daardoor moet de basisopleiding zo zijn ingericht dat de vervolgopleiding daar op aansluit. „Het is voor een individuele arts onmogelijk geworden het geheel van medische kennis te overzien”, zei Splinter.
De ontwikkelingen in de geneeskunde stellen nieuwe eisen aan de beroepshouding van artsen, constateert Splinter. Ze moeten in hun loopbaan lang blijven leren om hun vak bij te houden. Bovendien krijgen ze te maken met een grote diversiteit aan verwachtingen in de zorgvraag, die hen bereikt vanuit een hoogopgeleide, geïndividualiseerde en multiculturele samenleving.