Binnenland

Justitie verwerpt bezwaren kroongetuige

Het Team Getuigenbescherming (TGB) heeft Peter la S., kroongetuige in het grote liquidatieproces Passage, niet onfatsoenlijk of onzorgvuldig behandeld. Van bedrog of misleiding van de de getuige is geen sprake geweest. Dat La S. hevig aan het protesteren is geslagen over de manier waarop er met zijn belangen wordt omgegaan en dat hij zijn verdere medewerking aan het proces wil staken, wordt ingegeven door „niet uitgekomen verwachtingen en de bijbehorende teleurstelling".

ANP
23 March 2010 13:26Gewijzigd op 14 November 2020 10:10

Dat zei officier van justitie Betty Wind dinsdag in reactie op een uitvoerig betoog van Peter la S. van vorige week. Daarin liet hij weten dat alle door hem afgelegde verklaringen niet meer geldig zijn en dat ook de deal die hij met het Openbaar Ministerie sloot wat hem betreft de prullenbak in kan. Als hij had geweten wat hem qua getuigenbescherming te wachten stond, zou hij die deal nooit hebben gesloten, betoogde hij. Justitie zegde hem een gehalveerde strafeis toe in ruil voor belastende verklaringen tegen zijn medeverdachten.In zijn betoog heeft La S. het TGB neergezet als „een onprofessionele organisatie, die niet bereid is en niet in staat is op verantwoorde wijze zorg te dragen voor zijn veiligheid en die van zijn familie en van bedreigde getuigen in het algemeen", aldus Wind. „Dat is een onjuist en onterecht beeld."

Peter la S. vindt dat de rechtbank een diepgaand onderzoek moet instellen naar de misstanden rond zijn getuigenbescherming. Officier Wind hamerde er dinsdag op dat de details van getuigenbescherming in de rechtszaal geen onderwerp van discussie kunnen en mogen zijn. Zij vallen buiten het kader van de strafzaak. Bovendien moet er voor worden gewaakt dat zij op straat komen te liggen. Daardoor zou de werking van het systeem van getuigenbescherming ernstig ondergraven kunnen worden. Beschermde getuigen zijn dan ook gehouden aan een geheimhoudingsplicht.

Onderzoek door de rechtbank zou alleen gerechtvaardigd zijn als er aanleiding zou zijn aan te nemen dat het OM ontoelaatbare toezeggingen aan La S. zou hebben gedaan in ruil voor zijn verklaringen. Daardoor zouden zij onrechtmatig verkregen of onbetrouwbaar kunnen zijn. „Die toezeggingen zijn niet gedaan", aldus Wind. De advocaten van een aantal verdachten in het liquidatieproces willen daar nader onderzoek naar.

Op 6 april mag La S. reageren op het betoog van Wind.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer