„Verbod op koopzondag betreft óók Amsterdam”
De gemeenteraad van Amsterdam maakt van een wettelijke uitzondering –vrije zondagsopening in toeristische gebieden– de hoofdregel voor de gehele hoofdstad. „En dat is niet de bedoeling.”
Dat betoogden Thomas van Vugt en Mark van Weeren van Blenheim Advocaten vanmorgen voor de Amsterdamse rechter.In een kort geding eisten zij –namens een twintigtal winkeliers uit vier Amsterdamse stadsdelen– dat de verordening waarmee het Amsterdamse college van B en W vorige maand in één klap de complete hoofdstad als toeristisch gebied bestempelde, wordt geschrapt.
Door dat besluit kunnen de winkels in alle veertien Amsterdamse stadsdelen iedere zondag open in plaats van op de twaalf koopzondagen die de wet normaal gesproken toestaat. Voorheen gold de zondagsopening alleen in enkele delen van Amsterdam; het centrum, stadsdeel Oud-West en delen van Zuidoost.
De gemeenteraad nam het omstreden besluit nadat een groep winkeliers uit Amsterdam-Noord tot twee keer toe met succes vernietiging had geëist van een besluit tot permanente zondagsopening in dit stadsdeel.
Volgens Van Vugt en Van Weeren is de gemeente Amsterdam hiermee ten onrechte op de stoel van de landelijke wetgever gaan zitten. „De Winkeltijdenwet, waarin voor heel Nederland een verbod geldt op zondagsopening, wordt hier als verouderd beschouwd. Maar dat is niet de taak van een gemeente. Die heeft slechts de landelijke wetgeving na te leven.”
Volgens de advocaten is er in het centrum van Amsterdam weliswaar sprake van toeristische aantrekkingskracht waardoor de winkels hier zondags open zouden kunnen, maar is dit in het overgrote deel van Amsterdam, „zoals in de stadsdelen Osdorp, Sloten en IJburg” overduidelijk niet het geval.
Zij spraken daarom vanmorgen van „gokpolitiek” door de gemeente. „De wethouder weet best dat dit eigenlijk niet kan, maar probeert het gewoon en wacht het oordeel van de rechter af.”
Het is voor het eerst dat de rechter zich moet buigen over de vraag of wekelijkse zondagsopening alleen in een specifiek toeristisch gebied mag plaatshebben, of verspreid over de gehele gemeente. Dat vraagstuk is uiterst actueel omdat behalve Amsterdam ook de PvdA-fractie in de Rotterdamse gemeenteraad een dergelijk besluit overweegt.
De klagende Amsterdamse winkeliers willen dat de permanente koopzondag in Amsterdam wordt teruggedraaid om zowel „redenen van zondagsrust als financiële overwegingen”, aldus de advocaten. Omzetschades van 20 tot 30 procent zouden al zijn geconstateerd in Amsterdam-Noord, doordat veelal kleinere winkeliers niet de middelen of het personeel hebben om op zondag open te zijn, waardoor klanten uitwijken naar grotere winkels.
Behalve de winkeliers hebben ook enkele Amsterdamse stadsdelen bezwaar gemaakt tegen de permanente zondagsopening. Ook een belangenvereniging uit het naastgelegen Landsmeer en vakcentrale CNV Dienstenbond hebben zich aangesloten als eisende partij in de zaak.
Advocaat Erik Minderhoud (NautaDutilh) stelde namens de gemeente Amsterdam dat de gemeenteraad als democratisch orgaan, „bevoegd is tot het aanwijzen van toeristische gebieden” en dat het niet de taak is van de rechter om „een afweging te maken tussen alle plaatselijke belangen die hierbij een rol kunnen spelen.”
De raadsman betoogde verder dat de Winkeltijdenwet gemeenten weliswaar de mogelijkheid biedt, „maar niet verplicht om een onderscheid te maken tussen gebieden die wel toeristisch zijn en gebieden die dat niet zijn.”
Volgens de raadsman bevinden veel hotels en andere toeristische accommodaties zich buiten de delen van Amsterdam die voorheen waren aangewezen als toeristisch gebied. „Met de verruimde zondagopenstelling biedt de gemeenteraad de toeristen en de ondernemers in deze gebieden de mogelijkheid te winkelen respectievelijk open te zijn”, aldus Minderhoud.
Uitspraak volgt op donderdag 1 april.