„Geef mij maar Klèrendoal, dat is mooier dan Arnhem-Zuid”
Echte Arnhemmers houden van Klarendal. En echte Klarendallers houden van hun wijk. Ze hebben zelfs een liedje over hun buurt bedacht: „Geef mij maar Klèrendoal, dat is mooier dan Arnhem-Zuid.”
Maandagmiddag. Klarendal koestert zich in een vroege voorjaarszon. Huizenrijen rijgen zich aaneen. Overal voordeuren, brievenbussen en huisnummers. Onafzienbare rijen. Traag komt de middenstand op gang.Veel klinkerstraatjes stijgen of dalen. In de Sumatrastraat is een schilder aan het werk.Hij woont niet in Klarendal, maar, zegt hij vanaf zijn ladder: „Ik zou hier best kunnen wonen.”
De kerk van Sint-Jan de Doper zit op slot. Zo te zien zit zij meestal op slot. Maar volgens het bordje bij de grote deuren is er elke zondagochtend H.mis, om 10.00 uur.
In het voormalige pastoorshuis naast de Sint-Jan zit onder meer de rooms-katholieke Vincentiusvereniging. Iemand van Vincentius doet de deur open, maar blijkt niet te weten hoe het met de parochie gaat.
Albert, de beheerder van het rooms-katholieke inloopcentrum De Wijngaard aan de Van Sligtenhorststraat, weet meer: „Klarendal is van oudsher een rooms-katholieke buurt. Maar de afgelopen twintig jaar is het geloof hier wel zo’n beetje verdwenen. Klarendal is veranderd. We hebben hier van alles gehad, van criminelen tot drugsdealers, maar de wijk heeft dat hele spul nogal hardhandig de buurt uitgejaagd.”
Albert woont met plezier in Klarendal, hoewel de meeste authentieke Klarendallers zijn weggetrokken. „Er zit nu vooral import.”
Een allochtone vrouw met een hoofddoek en een wandelwagen daalt de Willemsstraat af. Ze weet niets, en ze wil zeker niets zeggen.
Fietsenmaker Marien van Hoof aan de Verlengde Hofstraat vindt Klarendal een prima wijk. Er wonen alleen wel veel mensen met een minimuminkomen, denkt hij. „Dat is niet goed voor het aanzien van een buurt.” Kerkelijke mensen wonen er nauwelijks meer, schat hij in. „Ik zou tenminste niet weten wie hier nog naar de kerk gaat.”
Klarendal staat bekend als een unieke Arnhemse volkswijk, niet alleen vanwege een tamelijk roerige geschiedenis, maar zeker ook vanwege zijn ligging: aan de rand van het oudste en mooiste park van de stad, Klarenbeek geheten.
Van oudsher waren veel bewoners rooms-katholiek. Er woonden dientengevolge relatief veel gezinnen met veel kinderen. Klarendal is nu een van de veertig probleemwijken die toenmalig minister Vogelaar tot ”prachtwijk” wilde maken door er extra in te investeren.
In de zomer van 2007 voerde onderzoeksbureau Kaski –in opdracht van de NCRV en Kerk in Actie– een onderzoek uit onder de titel ”Geloven in Klarendal”. De uitkomst was: „In Klarendal leven geloofsgemeenschappen van diverse pluimage langs elkaar heen. Het belang van samenwerking wordt met de mond wel beleden, maar in de praktijk komt er weinig van terecht. Ook de burgerlijke gemeente geeft niet tot nauwelijks thuis als het gaat om samenwerking met religieuze instellingen.”
De afgelopen jaren is er in Klarendal hard gewerkt om het imago van de buurt op te poetsen. Dat begint nu zijn vruchten af te werpen. Wijkbewoner Ron schrijft op internet: „In 2002 waren we een baby. In 2004 konden we lopen. En nu is de buurt acht jaar oud. We kunnen veel zelf, maar we hebben nog wel ondersteuning nodig.”
Aan de Klarendalseweg zijn veel coffeeshops en leegstaande en verpauperde panden verbouwd tot modewinkels en ateliers. Aan de Marten van Rossumstraat heeft een ”Politiehuiskamer” zich gevestigd in een voormalige coffeeshop.
Op Klarendalseweg 171 zit Villa Klarendal, een christelijke wijkgemeenschap, ontstaan uit werk van Youth for Christ. Projectleider Rick Jansen zegt dat de gemeenschap wil werken aan een betere leefbaarheid binnen de wijk, waarbij zijn mensen iets willen uitstralen van het leven van Jezus. In de villa kunnen buurtbewoners deelnemen aan computerles, aan koffieochtenden of aan de meidenclub. Jansen: „We doen niet aan verkondiging, maar we willen in de gewone dingen van het leven een brug slaan naar het geloof in Jezus. We willen God, zeg maar, de ruimte geven om Zijn werk te doen.”
Aan de Hommelseweg zit een winkelier op een krukje voor zijn zaak. Wat betekent de kerk voor hem? Hij schudt zijn hoofd. Dan iets anders: Waar kun je een Klarendaller ’s nachts voor wakker maken? Hij weet het wel: „Voor voetballen en voor bier.”