Grap over Israëlvragen pakt averechts uit
Het kabinet vindt het „nuttig” dat er onderzoek wordt gedaan naar de vermeende, zionistische Groot-Israëllobby in Nederland. Goed nieuws voor stichting Stop de Bezetting. Maar nee, de club van Gretta Duisenberg tuinde in een grap.
„Zionistische joden domineren, met orthodoxe christenen, de regering”, zei Duisenberg, voorzitter van Stop de Bezetting, op 28 januari in dagblad De Pers. „Met orthodoxe christenen bedoel ik zeker de ChristenUnie en leden van het CDA.” En: „Zij zorgen dat de regering Israël de hand boven het hoofd houdt.’’Geschokte Kamerleden van CDA, ChristenUnie en SGP klommen direct in de pen en stelden schriftelijke Kamervragen aan minister Verhagen (Buitenlandse Zaken): „Vindt u ook dat de uitspraken van mevrouw Duisenberg berusten op antisemitische clichés en een volstrekt vals beeld geven van de werkelijkheid?”
De bewindsman beantwoordde de vragen opmerkelijk snel. „De uitspraken van mevrouw Duisenberg berusten naar onze mening niet op antisemitische clichés omdat zij zich richten tegen de combinatie van zionistische joden en orthodoxe christenen.”
En eigenlijk vond de minister het ook wel eens „nuttig” dat er onderzoek wordt gedaan „naar de eventuele samenstelling, doelstelling en machtsuitvoering van een vermeende zionistische Groot-Israëllobby in Nederland.”
Zeer tevreden
Stichting Stop de Bezetting ging direct met de voor hen positieve antwoorden de boer op. Op verzoek van de voorzitter schreef penningmeester Ab Gietelink een persbericht waarin hij citeerde uit de antwoorden van Verhagen. En, schreef hij: „Gretta Duisenberg is zeer tevreden met de toezegging dat de regering een onderzoek heeft aangekondigd naar de Israëllobby in Nederland.”
De ingenomenheid sloeg om in woede toen Gietelink ontdekte dat hij in een grap van oud-D66-Kamerlid Van Waning was getuind. Die had de antwoorden van het kabinet opgenomen in een blog op de site van de Volkskrant, maar er niet bij vermeld dat hij ze zelf had verzonnen.
„Ik ben erin getrapt”, erkende Gietelink donderdag desgevraagd. „Ik heb me bedrogen gevoeld. Wij zijn het slachtoffer van misleiding. Ik dacht dat de antwoorden echt waren.”
De penningmeester schreef direct een boze e-mail aan Van Waning nadat hij er achter was gekomen dat hij was beetgenomen. „Bijzonder kwalijk” noemde hij de „verkeerd uitgevallen grap” van Waning. „Het is schadelijk voor Stop de Bezetting, frustrerend en zonde van de geïnvesteerde tijd. (…) Dit soort acties dient de Palestijnse zaak bepaald niet.”
Gietelink kon er donderdag nog boos om worden: „De zaak van de Palestijnen is zo ernstig dat je daarvoor de waarheid niet hoeft te verdraaien.”
Van Waning –sympathisant, maar geen lid van Stop de Bezetting– „kan zich voorstellen dat Gietelink zich genomen voelt.” Maar, verzekerde hij donderdag desgevraagd, „het was niet mijn opzet om hem in zijn hemd te zetten.”
Dat zijn blog ironisch bedoeld was, was voor de auteur „evident.” Hij had er na het schrijven contact over gehad met Duisenberg, „en ik dacht dat zij het ook wel door had.”
Andere toon
De echte antwoorden van Verhagen op de Kamervragen van CDA, ChristenUnie en SGP kwamen woensdag naar buiten. En die hadden een heel andere toon dan de door Van Waning verzonnen reactie. „Deze ongefundeerde uitlatingen, die aan mevrouw Duisenberg worden toegeschreven, doen geen recht aan de werkelijkheid en de regering herkent zich dan ook op geen enkele wijze daarin”, aldus de minister.
Hij noemde de uitspraken verder „verwerpelijk.” Volgens Verhagen is „noch Israël, noch de Palestijnse Autoriteit, noch het vredesproces gediend met beschuldigingen, antisemitisme of discriminerende uitspraken.”
Als Van Waning de antwoorden van Verhagen vergelijkt met de zijne, „vind ik die van mij toch beter.” Wat hem betreft, laat Verhagens reactie „juist zien hoe groot de invloed van de Groot-Israëllobby is.”
„De christelijke fracties lijken zich in de vingers te hebben gesneden” met de vragen, schreef Van Waning in februari in zijn blog met de verzonnen antwoorden. Uiteindelijk lijkt echter Stop de Bezetting nog de meeste schade te hebben opgelopen.