Getuigen: Fout OM in zaak-Vaatstra
Justitie heeft in het onderzoek naar de onopgeloste moord op Marianne Vaatstra een verkeerde verdachte opgepakt en daarmee de mogelijke dader laten lopen. Het openbaar ministerie onderzoekt de zaak.
Dat bleek uit het tv-programma EénVandaag dat vrijdagavond werd uitgezonden. Meerdere getuigen zeggen dat de verdachte die justitie in 1999 op basis van hun verklaringen aanhield, niet de persoon is die zij bedoelden. Het OM houdt echter tot op de dag van vandaag vol wel de persoon te hebben opgepakt die door getuigen was aangewezen, maar dat die onschuldig is omdat zijn DNA niet overeenkomt met dat van de dader.De destijds 16-jarige Marianne Vaatstra werd in de ochtend van 1 mei 1999 dood gevonden in een weiland in het Friese Veenklooster. Ze was verkracht, gewurgd en haar keel was doorgesneden.
Later bleek dat er in de nacht van de moord een asielzoeker uit het azc was verdwenen. Op basis van getuigenverklaringen over Ali en zijn plotselinge verdwijning na de moord hield de politie in oktober 1999 een Ali H. in Turkije aan. De man was volgens de getuigen echter veel langer en slanker dan de Ali over wie ze bij de politie verklaringen hadden afgelegd. Het OM onderzoekt het ”Ali”-verhaal, aldus persofficier Mous vrijdag.
Mous zei verder dat een andere getuige in de zaak-Vaatstra zich heeft vergist. In januari meldde zich een vrouw die verklaarde de ochtend na de moord op Marianne Vaatstra een huisgenoot te hebben gezien die met bebloede handen thuiskwam en iets zei over keel doorsnijden. „Het meisje blijkt zich in de datum te hebben vergist.”