IJveren voor een zelf te kiezen dood
Uit volle overtuiging zet oud-D66-minister Jan Terlouw zich in voor een wettelijke regeling voor hulp bij zelfdoding aan levensmoede ouderen. „Mensen die eraan vasthouden dat God ons stervensmoment bepaalt, willen zo’n regeling niet. Dat begrijp ik wel.”
Een wettelijke regeling voor hulp bij zelfdoding aan levensmoede ouderen vanaf 70 jaar. Daarvoor ijvert sinds een aantal weken de initiatiefgroep Uit Vrije Wil. Het aantal van 40.000 steunbetuigingen, nodig om een voorstel voor zo’n regeling op de agenda van de Tweede Kamer te krijgen, is inmiddels binnen. „We zijn de 100.000 al voorbij”, zegt oud-D66-minister Jan Terlouw, tevens auteur van succesvolle kinderboeken zoals ”Koning van Katoren”, die zichzelf omschrijft als „slapend lid” van Uit Vrije Wil.Die status kan niet voorkomen dat hij voor de overige leden van de groep fungeert als vraagbaak. „Vanmorgen vroegen ze me per e-mail of de Kamer kan weigeren met ons te debatteren als een van de Kamerleden het onderwerp daarvóór al aan de orde stelt, bijvoorbeeld via een spoeddebat”, zegt Terlouw. Het kan inderdaad, vervolgt hij met onverholen afschuw. „Het parlement moet beslissen, maar als ze het debat op zo’n manier zouden tegenhouden, zou dat schandalig zijn.”
U wilt niet alleen een debat, u wilt dat de Kamer daarna akkoord gaat met een regeling die het zelfdodingsconsulenten mogelijk maakt hulp bij zelfdoding te bieden.
„Dat klopt, maar het is geen kwestie van wij, de initiatiefgroep, versus zij, de rest van de samenleving. Er dreigt een beetje een beeld te ontstaan van een groep die eenzame oudjes uit de weg wil ruimen en een tegengroep die deze ouderen wil omringen met liefdevolle zorg. Dat is een beeld waartegen ik mij heftig wil verzetten. Ook voor de initiatiefgroep staan liefde en toewijding voor kwetsbare ouderen voorop.”
Laat u daarmee in het midden of zo’n regeling er wel moet komen?
„Nee, dat niet, daarvan ben ik een voorstander. Maar mensen zorg geven en mensen helpen bij zelfdoding staan voor mij niet lijnrecht tegenover elkaar.”
Hoe is volgens u dan de relatie?
„Goede, optimale zorg voor iedereen; daar moeten we op inzetten. Maar vervolgens denk ik dat een ander behulpzaam zijn bij zelfdoding heel goed een daad van liefde kan zijn.”
Na een korte stilte: „Ik zie uw verbazing en kan die wel begrijpen. Voor gelovigen is God Degene die ons stervensmoment bepaalt. In mijn hervormd-gereformeerde opvoeding heb ik dat ook meekregen. Mensen die daaraan blijven vasthouden, willen deze regeling niet.”
Niet alleen zij; ook voor veel niet-christenen gaan de plannen van Uit Vrije Wil te ver.
„Ik ving inderdaad op dat ook de SP een kritisch geluid heeft laten horen. Daar zit het hem natuurlijk vast op hun benadering, waarin de vraag hoe je voor mensen zorgt nogal op de voorgrond staat. Begrijp me goed, ook een stroming als het socialisme heeft voor onze samenleving veel betekend. Maar ook de socialistische uitgangspunten zijn van dien aard dat een regeling zoals wij die voorstaan daar nu eenmaal niet in past.
Daarnaast vreest deze partij, naar ik begrijp, dat levensmoede ouderen straks als overbodig worden gezien omdat ze maar hadden moeten kiezen voor hulp bij zelfdoding. Dat zou dan weer consequenties kunnen hebben voor de kwaliteit van de ouderenzorg. Die vrees vind ik irreëel, anders zou ik een plan als het onze nooit steunen. Ik ben ervan overtuigd dat datgene waarvoor zij beducht zijn, niet gebeurt.”
Hoe kunt u daar zo zeker van zijn?
„We zijn er in Nederland in geslaagd het euthanasievraagstuk voor mensen die lijden aan een ernstige ziekte zorgvuldig te regelen. Waarom zou dat ook niet kunnen voor ouderen met een voltooid leven die geen enkel perspectief meer zien? Let wel, we pleiten alleen voor hulp bij zelfdoding voor ouderen die bewust, zelfstandig tot de conclusie komen dat ze niet meer verder willen. En we willen dat die hulp pas beschikbaar komt nadat mensen die uit het leven willen stappen omdat ze levensmoe zijn, langdurig overreed zijn om dat niet te doen.
De insteek is dus niet om het makkelijk, maar om het mogelijk te maken. Elke vorm van aanmoediging zou uit den boze zijn.”
Makkelijk en mogelijk zijn in de praktijk toch nauwelijks van elkaar te scheiden? Sinds euthanasie wettelijk is geregeld, zijn mensen dat ook gaandeweg als normale optie gaan zien.
„Ik weet niet waar u dat op baseert.”
Op het gegeven dat artsen sinds de wet er is jaarlijks zo’n 9000 euthanasieverzoeken krijgen, waarvan ze er soms tot woede van de patiënt of de familie 7000 moeten weigeren omdat ze afkomstig zijn van patiënten voor wie de wet niet was bedoeld.
„Die gegevens had ik niet paraat, maar ik moet zeggen dat ze mij juist enorm geruststellen. Zo veel afwijzingen per jaar; dat wijst op een grote zorgvuldigheid, wanneer aan de hulp maar een gesprek tussen arts en patiënt voorafgaat.”
Maar zouden er zonder de euthanasiewet ook jaarlijks 9000 verzoeken geuit worden?
„Dat is speculeren, ik heb geen idee.”
Als artsen euthanasie voor een bepaalde groep een brug te ver vinden, start de NVVE of een andere groep standaard een lobby om daar verandering in te brengen. Zo’n zelfde drang naar een maximaal gebruik zal toch ook ontstaan als de regeling voor hulp bij zelfdoding er komt?
„Dat zou kunnen, maar aan zo’n consequentie kan ik niet direct iets kwalijks ontdekken. Als een patiënt voor hulp bij zelfdoding in aanmerking komt, moet hij die ook kunnen opeisen. De arts mag dat niet van zijn persoonlijke opvattingen laten afhangen. Dan zoekt hij te eigendunkelijk zijn eigen gelijk en doet hij de patiënt tekort.
Ik ben nu 78, maak nog lange dagen en geniet volop van het leven. Ook voor mij kan er een fase aanbreken waarin ik geen vreugde meer heb in het bestaan en ga verlangen naar de dood.
Ik weet zeker dat mijn kinderen en kleinkinderen eerst zullen proberen mij op andere gedachten te brengen als ik die wens zou uiten. Net zolang tot ze inzien dat het niet uit mijn hoofd te praten valt. Voor hen zal dat ook het moment zijn waarop ze gaan denken: Konden we hem maar helpen. Maar onder de huidige wet zijn ze dan strafbaar en daarom is het iets wat ik pertinent niet wil.
Iedereen kent voorbeelden van ouderen die in zo’n situatie naar allerlei wrede methoden moesten grijpen om hun leven te beëindigen. Wij denken dat dat anders kan. Als ik ooit in zo’n situatie kom, hoop ik dat er in Nederland consulenten of zielzorgers zijn die mij hulp bij zelfdoding mogen bieden. Als zo’n persoon zijn werk gewetensvol doet, zal hij mij ontmoedigen, wijzen op alternatieven, maar dat zal hem niet lukken. En dan kan ik afscheid nemen, sterven zoals ik wil.”
In zo’n benadering degradeert u een arts of een consulent tot een robot, die maar één ding moet doen en dat is inwilligen wat u vraagt.
„Maar als ik daar in vrijheid voor kies, is dat toch prima? Alles wat ik in zo’n situatie doe, is een recht uitoefenen dat ik dan als burger heb. Het lijkt mij fantastisch om tot het laatste toe te worden gezien als iemand die zijn eigen verantwoordelijkheid wil nemen. En dat ook kan.”
Is Uit Vrije Wil een groep die de mythe van het maakbare leven tot het bittere eind wil najagen?
„U bedoelt: Zijn wij hedonisten die alleen maar willen genieten, zelfs van het uitkiezen van het eigen stervensmoment?”
Ja.
„Zo zou ik het niet willen zeggen. Zelfbewust en geëmancipeerd vind ik een betere term. Het gevaar van hedonisme zie ik wel, zeker naarmate we steeds rijker worden. In de jaren zeventig en tachtig gingen de politiek-maatschappelijke debatten over de sluiting van abortuskliniek Bloemenhove, de vrijlating van de drie van Breda, de apartheid, de neutronenbom, stuk voor stuk grote, ethische onderwerpen. Tegenwoordig draaien ze allemaal om geld.”
Maar heeft dat uitsluitend met welvaart te maken? Of met een seculiere meerderheid die vóór ieder ethisch debat de inbreng van confessionele partijen op voorhand afdoet als achterhaald?
„Als u dat laatste standpunt huldigt, is dat uw goed recht.”
Zelfdoding wordt alom gezien als iets tragisch, iets tegennatuurlijks. U wilt dat regelen onder professionele begeleiding, maar daar wordt zo’n daad toch niet minder tragisch door?
„De essentie van de hele natuur is inderdaad dat elk organisme moet willen leven. Als die enorme levensdrang ontbreekt, kan een soort niet bestaan. Als iemand van 35 dood wil, is dat abnormaal, zo iemand moeten we proberen te genezen. Maar voor die groep is onze regeling zoals ik al zei niet bedoeld. Ik praat over mensen die zichzelf dreigen te overleven, die dagelijks leven met de gedachte dat de dood hen vergeten is.”
Uit Vrije Wil stelt voor de grens voor stervenshulp bij 70 jaar te leggen. Als iemand van 69 zich suïcideert is dat tragisch, als iemand van 71 het doet niet meer?
„Ik zoek naar methoden om de regeling met waarborgen te omgeven. Een leeftijdsgrens hoort daar nadrukkelijk bij. Of 70 dé grens is, weet ik niet; 80 kan ook, of anders 75. Maar een grens hoort er te zijn.”
Wat is uw reactie op het pleidooi dat we geen regeling voor hulp bij zelfdoding moeten maken, maar juist uit alle macht moeten voorkomen dat kwetsbare ouderen suïcideneigingen krijgen?
„Dat laatste is een prima streven, maar het zal niet in alle gevallen voldoende blijken. Dus ik zou zeggen: We moeten beide doen.”
Investeren we op dit moment al genoeg in preventieve maatregelen?
„Zo goed zit ik daar niet in, dat weet ik niet.”
Stel, de regeling die u voorstaat, is straks een feit en toetsingscommissies registreren, net als bij euthanasie, jaarlijks ruim 2000 gevallen van hulp bij zelfdoding aan levensmoede ouderen? Dat zou toch te absurd zijn om waar te zijn?
„Ik zou denken: Wat heerlijk dat al die mensen hun wens hebben kunnen volgen. Maar laat ik u gerust stellen, voorlopig zal zo’n regeling er niet komen. We hebben nog een hele weg te gaan.”