Binnenland

Kippenvel van de Matthäus Passion

De lijdenstijd is begonnen. Dat betekent drukke tijden voor musici. Talloze uitvoeringen van Bachs Matthäus Passion bepalen in maart en april de concertagenda’s.

tekst Jan Mark ten Hove
5 March 2010 18:34Gewijzigd op 14 November 2020 10:01
Talloze uitvoeringen van Bachs Matthäus Passion bepalen in maart en april de concertagenda’s. Foto RD
Talloze uitvoeringen van Bachs Matthäus Passion bepalen in maart en april de concertagenda’s. Foto RD

Kippenvel. Dat is het gevoel dat Esther Brouwer (20) en Walter van Harberden (23) krijgen als de eerste akkoorden van het openingskoraal, ”Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen”, klinken. Beiden participeren in het reformatorische Ars Musica. Esther, pabo 4-studente, zingt de sopraanpartij in het meisjeskoor. Walter, projectleider op een scheepswerf, bespeelt de contrabas in het begeleidingsorkest.Waarom kippenvel?

Esther: „Ik beleef de uitvoering heel intens. Elk akkoord, elk tekstvers; overal is over nagedacht. Het stuk ademt het lijdensevangelie.”

Walter: „Technisch en muzikaal gezien zit de Matthäus Passion heel goed in elkaar. Tekstueel is het oratorium ook betrouwbaar, je kunt de recitatieven zo naast Matthëus 26 en 27 leggen.”

Wat is jullie rol tijdens de uitvoering?

Esther: „Het meisjeskoor zingt het openingskoraal en het vierstemmige ”O Mensch, bewein dein Sünde gross”. Bach heeft de Matthäus Passion geschreven voor twee koren en twee orkesten. In de regel zijn het vooral jongenskoren die het werk zingen. Maar Bach heeft twee delen voor een extra sopraanpartij geschreven. Die gaat ons koor uitvoeren.”

Walter: „Ik ben een van de twee orkestleden die contrabas spelen. Omdat de contrabas het laagst klinkende strijkinstrument is, zijn wij verantwoordelijk voor de grondtonen. Je legt in principe de basis voor elk akkoord.”

Welke passage van Bachs magnum opus raakt jullie bijzonder?

Esther: „De kruiswoorden ”Mijn God, Mijn God, waarom verlaat Gij Mij?” Die strofe wordt gespeeld zonder muzikale begeleiding. Dat bena-drukt de eenzaamheid van Christus in Zijn lijden.”

Walter: „De aria ”Erbarme dich” is heel bijzonder. Door te tokkelen, beeld ik de tranen van Petrus uit, nadat hij Jezus driemaal verloochend heeft. Daarnaast zit in die partij de melodie van het lied ”O Haupt voll Blut und Wunden” verwerkt. Indrukwekkend.”

Niet iedereen waardeert de uitvoering van de ”Christuspartij”.

Esther: „Ik vind dat niet zo’n issue. Thuis of in de kerk worden de woorden die de Heere Jezus uitgesproken heeft ook gelezen. Waarom zou je die wel naspreken, maar niet zingen?”

Walter: „Ik kan het begrijpen dat mensen daar moeite mee hebben. Dat kan aan een minder ontwikkeld muzikaal gevoel of aan onbekendheid met klassieke muziek te wijten zijn. Aan de andere kant, er zullen ook mensen zijn die de muziek zo aansprekend vinden dat ze die ervaren als een vorm van geloofsverrijking.”

Ars Musica voert op 20 maart de Matthäus Passion uit in de Oude Kerk van Papendrecht.


Lijdensoratoria

De Matthäus en de Johannes Passion zijn niet de enige oratoria die geschreven zijn voor Goede Vrijdag en Pasen. De lijdensmuziek heeft oudere papieren.

Zo schreef Bachs leermeester Buxtehude (1637-1707) de cantate ”Mit Fried und Freud”. Tijd­genoten van Bach, onder wie Porpora (1686-1768) en Telemann (1681-1767), componeerden ook lijdensmuziek.

In de loop van de twintigste eeuw kregen de lijdensoratoria een plek in de Nederlandse erediensten. Dat was te danken aan de invloed van organist Jan Zwart (1877-1937) op de kerkmuziek. Zwart is auteur van de suite ”Passie en Pasen”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer