CPB bepleit meer aandacht mediaopvoeding
Docenten zouden een grotere rol moeten spelen bij de mediaopvoeding van jonge kinderen. Slechts een deel van de ouders toont zich een betrokken mediaopvoeder.
Dat blijkt uit het rapport NL Kids online, dat het Sociaal Cultureel Planbureau (CPB) vrijdag heeft gepresenteerd in het kader van een Europees onderzoek naar jongeren en internet. Ouders blijken in veel gevallen minder in staat om het kind wegwijs te maken op internet, terwijl scholen alle kinderen bereiken, ongeacht hun achtergrond. Ook de kennis is op scholen meestal in grotere mate aanwezig.Nederlandse jongeren in de leeftijd van 6 tot 17 jaar lopen een hoog online risico. Niet minder dan 93 procent van deze jongeren is actief op internet, tegen 75 procent gemiddeld in Europa.
Naast opvoeding zijn technische hulpmiddelen zoals filters beschikbaar om het risico in te dammen. Het CPB signaleert dat ouders moeite hebben bij de keuze voor een goed filter en niet weten waar ze antwoorden kunnen vinden op vragen. Daarom pleit het planbureau voor ieder Europees land voor een bekende en erkende website te maken waar ouders terechtkunnen voor onafhankelijk advies.
Verder blijkt dat over het mediagebruik van jonge kinderen van 6 tot 12 jaar nog te weinig bekend is, terwijl ook deze leeftijdscategorie online steeds actiever wordt. Verder pleit het planbureau voor meer onderzoek naar mobiel internet, het plaatsen van informatie op internet door jongeren en mediawijsheid voor jong en oud.
Ook de manier waarop ouders zelf omgaan met internet is bepalend voor de mediaopvoeding van de kinderen, aldus het onderzoek.