Het Openbaar Ministerie neemt de zaak hoog op omdat de man geestelijke dwang uitoefende op de jongeren, van wie een aantal jonger was dan zestien en een aantal ouder.

Niet alleen de leeftijdsgrens weegt zwaar mee voor het OM, ook het feit dat er sprake is van een relatie tussen werkgever en werknemers. De man heeft namelijk een slagerij in Zwolle en de betrokken jongeren werkten bij hem.

Volgens het OM maakte de man het de jongens op alle mogelijke manieren naar de zin. Hij betaalde voor hen vakantiereisjes, had in het bedrijf een bar ingericht waar ze altijd wat konden drinken. Als wederdienst eiste hij seks met de jongens. Van de seksspelletjes maakte hij bovendien video-opnamen, soms met medeweten van de jongens, maar vaak ook niet.

De verdachte zelf zegt dat er geen enkele sprake van dwang is geweest en dat de jongens ook zelf seks wilden. Sommigen kwamen zelfs terug als ze elders hadden gewerkt. Voor de jongeren en hun familie was er in de rechtbank te Almelo een aparte zaal ingericht van waaruit ze de rechtszaak konden volgen.

De rechtbank wijst 1 april vonnis.