Het gerechtshof in Den Haag veroordeelde Bouterse vorig jaar voor zijn rol bij een drugstransport dat in 1997 werd onderschept in de haven van Stellendam. De douane vond aan boord van een motorkruiser 474 kilo cocaïne. De Surinamer kreeg een straf van elf jaar opgelegd.

De advocaat van de vroegere Surinaamse legerleider, A. Moszkowicz, ging tegen dit oordeel in cassatie. De advocaat vindt dat het hof hem ten onrechte in zijn verdediging heeft beperkt.

Dit rechtscollege had namelijk bepaald dat Moszkowicz alleen mocht pleiten. Getuigen mocht hij bijvoorbeeld niet oproepen, omdat de Amsterdamse advocaat weigerde te verklaren of hij door Bouterse uitdrukkelijk was gemachtigd om namens hem op te treden. De Hoge Raad verwerpt het beroep echter.

Volgens een van de advocaten van Bouterse in Paramaribo, Ramon de Freitas, zal Bouterse de uitspraak aanvechten bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Bouterse zou gisteren „onverschillig” hebben gereageerd op de uitspraak van de Hoge Raad.

Cocaïnehandel
De veroordeling vorig jaar van de Surinaamse oud–legerleider was het resultaat van een jarenlang onderzoek van het openbaar ministerie naar de gangen van Bouterse. In 1989 gaf toenmalig minister van Justitie Hirsch Ballin de opdracht de cocaïnestroom van Suriname naar Nederland en Europa tegen te houden. Met name de oude legertop van de voormalige Nederlandse kolonie werd ervan verdacht betrokken te zijn bij omvangrijke cocaïnehandel.

Het onderzoek resulteerde echter in een mislukking voor het OM. Het gerechtshof in Den Haag achtte vorig jaar echter niet bewezen dat de oud–legerleider de leiding gaf aan dit kartel. Bovendien werd Bouterse vrijgesproken van de betrokkenheid bij vijf drugstransporten begin jaren ’90. De enige zaak die overbleef was het in de haven van Stellendam onderschepte transport.