Dijkstal en het overheidsfalen in Drugsland
Hij is zelf VVD’er, maar wordt ervan verdacht zijn voormalige partijleider Dijkstal met de dood bedreigd te hebben. Met een stortvloed van woorden deed P. N. C. van E. maandag voor de Haagse rechtbank uit de doeken waarom hij dreigende taal aan het adres van Dijkstal en andere politici uitte. Heerlen, ik klaag u aan…
Zijn grauwe gezicht typeert zijn situatie na ruim vijf maanden voorarrest. „In het huis van bewaring behandelen ze me als de moordenaar van Fortuyn. Ik heb in al die maanden nooit langer dan een halfuur aan één stuk geslapen, want om het halfuur gaat het schuifluikje open en kijken ze wat ik doe. Alsof ik een terrorist ben. Ik ben geen hond!”
Trillend van emotie en wild gebarend schetst de 46-jarige Heerlenaar tijdens de ruim vijf uur durende zitting welke problemen hij de afgelopen jaren ondervond. Hij laat zich door de rechter nauwelijks onderbreken, ook al fluistert zijn advocaat meermalen: „Nu even luisteren.”
De cafetaria die Van E. in 1982 opende, stond in een buurt die verpauperde. Drugsdealers die uit Aken en Keulen verdreven waren, deden in Heerlen goede zaken. Van E. was voor 75 procent van zijn omzet afhankelijk van het nachtelijke uitgaansleven. Zijn klanten durfden echter ’s nachts de wijk niet meer in vanwege de rondhangende junks, die soms massaal de Albert Heijn, Blokker of Makro binnenliepen om proletarisch te winkelen. De politie liet zich volgens de cafetariabaas nauwelijks zien.
„Ik heb achttien jaar keihard gewerkt, maar onze zaak is kapotgemaakt door junks, door Antillianen, Joegoslaven en vooral door Marokkanen. Pal naast me werd een café geopend, maar er werden alle soorten drugs verhandeld.”
Van E. schiet vol en drinkt trillend het ene glas water na het andere. „De gemeente deed niets, terwijl ik in de krant las hoe op andere plaatsen de drugsoverlast wél werd aangepakt. Wij hebben récht op veiligheid.”
In drie jaar tijd daalde Van E.’s omzet van 1 miljoen naar 160.000 gulden. Uiteindelijk ging hij in 2000 failliet. Ook zeventien andere ondernemingen in de wijk gingen bankroet.
Onder de nieuwe burgemeester kwam er een herstelplan, Operatie Hartslag Heerlen, maar dat was voor hen te laat.
Tot de rechtszitting van maandag dacht Van E. dat VVD-leider Dijkstal tot 2002 minister van Binnenlandse Zaken was en daarom het slechte functioneren van het Heerlense gemeentebestuur kon aanpakken. In werkelijkheid was Dijkstal al vier jaar minister-af. Na een mail van Van E. aan Dijkstal vroeg de VVD-leider de burgemeester met Van E. te praten. „Dat gesprek liep goed, totdat ik om schadevergoeding vroeg”, zegt de verdachte. „Toen stond het schuim bij de burgemeester om de mond. Ze willen in Nederland geen claimcultuur.”
Door de problemen liep Van E.’s relatie stuk. De brigadier die een huiselijke ruzie kwam sussen en Van E. overreedde bij zijn vriendin en twee kinderen te vertrekken, nam later telefonisch contact met Van E. op, omdat diens ex-vriendin vreesde dat hij doordraaide en zichzelf, zijn gezin en anderen iets zou aandoen.
In mailtjes en gesprekken deed Van E. uitlatingen als „mijn laatste daad zal van vérgaande politieke betekenis zijn” en „ik ben door haat gerijpt.” Hij zou ook hebben gezegd dat Dijkstal er als eerste zou aangaan, dat hij alles goed voorbereid had, dat hij een daad zou stellen waarvan heel Nederland zou opkijken en dat hij op het gemeentehuis in Heerlen „een heel ernstig bloedbad” zou aanrichten.
De verdachte zegt zich een deel van deze uitlatingen niet te kunnen herinneren, „want ik was emotioneel aan een eind.” Volgens Van E. bedoelde hij slechts dat hij erkenning wil van het onrecht en vergoeding van de schade. „Ik ben nooit van plan geweest Dijkstal of anderen iets aan te doen. Ik weet ook helemaal niet waar ze wonen. Ik kom uit Noord-Holland; daar heeft het woord bloedbad een veel minder serieuze betekenis dan in Limburg.”
De oud-politicus en zijn woning werden enige tijd beveiligd na de dreigementen. Van E., sarcastisch: „Wat een kosten en moeite. Dat hadden ze in onze wijk moeten doen. Ze kwamen me met vijftig man bij m’n ouders arresteren. Als die vijftig agenten bij ons in de straat hadden gelopen, waren deze problemen nooit ontstaan.”
Officier van justitie mr. R. Klee vond dat er een reële dreiging is uitgegaan van de verdachte en dat er daarom een celstraf moet volgen van dertig maanden, waarvan tien voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest, een proeftijd van twee jaar en verbeurdverklaring van de laptop waarmee de e-mails werden verstuurd.
Van E. heeft vaker met vuurwapens gedreigd en werd daarom door een arrestatieteam opgepakt, zei de officier. De verdachte heeft geweigerd zich psychiatrisch te laten onderzoeken.
Advocaat Knoester wees erop dat Van E. zich „als het levend bewijs van de puinhopen van paars” beschouwt. „Ondanks het herstelplan is Heerlen nog steeds de onveiligste gemeente van Nederland.”
De raadsman vroeg het openbaar ministerie niet ontvankelijk te verklaren, omdat het op de band vastleggen van telefoongesprekken met Van E. niet rechtmatig zou zijn geweest. „De brigadier die Van E. herhaaldelijk belde, had hem ook moeten wijzen op het recht om te zwijgen.” Ook de doorzoeking van Van E.’s ouderlijk huis noemde Knoester onwettig.
Uitspraak 31 maart.