Museum bouwt Turkenpension
Het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem herbouwt een zogenoemd Turkenpension uit de jaren zeventig van de vorige eeuw.
In dergelijke pensions verbleef het grootste deel van de eerste generatie Turkse gastarbeiders in Nederland onder vaak erbarmelijke omstandigheden, aldus het museum. In een Turkenpension woonden veel te veel mensen op een te klein oppervlak. Niet zelden konden de bewoners alleen in ploegendienst slapen.Het pand dat het Openluchtmuseum opnieuw optrekt, stond in 1970 in de Amsterdamse Pottenbakkersgang, een steeg in de Jordaan. Het is de bedoeling dat het gebouw bij het honderdjarig bestaan van het museum in 2012 klaar is.
Het Openluchtmuseum besteedt de komende jaren veel aandacht aan migratie. Zowel vertrekkende Nederlanders als mensen die zich in ons land vestigden, krijgen aandacht. In dat kader past de herbouw van het pension, aldus het museum.
Een andere, tijdelijke expositie over migratie die in april opengaat, betreft de opkomst van ‘de Chinees’ in Nederland. Vanaf de jaren vijftig gingen Nederlanders steeds vaker eten in een Chinees restaurant. Ook werd eten vaker bij de Chinees afgehaald.
Het Openluchtmuseum laat onder andere het bekende afhaalluikje zien en de lege groenteblikken die dienden als verpakking voor een portie saté. „Tegenwoordig is naar de Chinees gaan bijna net zo Hollands als een harinkje happen”, aldus het museum.