„Vuurwerkramp slecht onderzocht”
De leiding van het politieteam, het zogeheten Tolteam, dat de vuurwerkramp in Enschede onderzocht heeft, heeft het onderzoek gemanipuleerd. Dat geldt ook voor officier van justitie H. Stam.
Dat verklaarde J. Paalman, rechercheur bij de politie Twente, donderdag voor het hof in Arnhem. „Het is best mogelijk dat A. de V. niets met de vuurwerkramp te maken heeft.”
Paalman is getuige in de zaak tegen De V., die wordt verdacht van brandstichting op het terrein van het Enschedese vuurwerkbedrijf SE Fireworks op 13 mei 2000 en in de zaak tegen de directeuren R. Bakker en W. Pater. De rechercheur maakte tot september 2001 deel uit van het Tolteam. C. de Roy van Zuydewijn, ook rechercheur bij de politie Twente, bevestigde de verklaringen van Paalman.
Volgens Paalman weet H. Kloppenborg, klusjesman bij SE Fireworks, meer van de oorzaak en de toedracht van de vuurwerkramp. Die informatie had hij van de Criminele Inlichtingendienst. Het is hem door de politieleiding en het openbaar ministerie (OM) verboden meer onderzoek naar Kloppenborg te doen, omdat De V. inmiddels in beeld was als verdachte.
Bovendien werd Kloppenborg verdacht van meineed en mocht hij zich daarom beroepen op zijn zwijgrecht. Paalman wilde dat deze zaak werd geseponeerd, „omwille van de waarheidsvinding.” Dat is echter niet gebeurd. Kloppenborg is vorig jaar door de rechtbank wegens meineed tot een werkstraf veroordeeld, maar is in hoger beroep gegaan. J. Plasman, advocaat van Bakker, vreest nu dat Kloppenborg zich ook in zijn verhoor voor het hof, dat dinsdag plaatsvindt, op zijn zwijgrecht beroept.
De V. werd verdachte in de vuurwerkramp na zijn aanhouding voor het in brand steken van een auto. Het eerste bewijsmateriaal richtte zich op telefoonverkeer dat hij zou hebben gevoerd in het rampgebied op 13 mei 2000. Een misdaadanalist die daar onderzoek naar deed en concludeerde dat de telefoon niet van De V. was, is door de politieleiding gevraagd de datum van zijn proces-verbaal te vervalsen. Dat heeft de man geweigerd. Volgens Paalman heeft Stam het verbaal van deze deskundige pas veel later dan nodig toegevoegd aan de stukken die ook voor de verdediging van de verdachten beschikbaar waren.
Ook is er volgens de politieman slordig omgesprongen met het sportbroekje van De V. dat als belangrijk bewijsmateriaal wordt gezien. Een collega zou met het broekje op zijn hoofd hebben gelopen en hebben gezegd: „Hier is de brandstichter van Enschede.” Dit zou zijn gebeurd voordat het broekje aan het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is overgedragen om te onderzoeken op vuurwerksporen. De betrokken politieman ontkent dat ten stelligste.
A. Moszkowicz, raadsman van De V., is geschrokken van wat politie en justitie zich tijdens het onderzoek hebben gepermitteerd. De getuigenis van Paalman is voor Moszkowicz aanleiding om de misdaadanalist op te roepen als getuige, evenals de leiding van het Tolteam en de rechercheurs die onzorgvuldig met de broek van De V. zijn omgesprongen.
Persadvocaat-generaal G. de Haas gaf aan dat het OM nader onderzoek gaat doen naar de aantijgingen van de twee rechercheurs.
De zitting gaat maandag verder met getuigenverhoren van een aantal deskundigen.