Binnenland

Aart Fraanje: geen geld, maar bewogenheid

Hij stemt SGP, kerkt evangelisch en onderhoudt nauwe contacten met christelijke migranten. Aart Fraanje past niet in een hokje. Als voorzitter van het platform Christelijk Sociaal Den Haag beijvert hij zich voor „een Bijbels geluid” in de hofstad. „Als dat niet meer klinkt, waar moet het dan met al die mensen hier naartoe?” Portret van „een reformatorisch baptist” die meer verwacht van bewogenheid dan van geld.

tekst Evert van Dijkhuizen
12 February 2010 09:08Gewijzigd op 14 November 2020 09:51

This house is covered by the blood of Jesus. De in goud geschreven woorden op de rode ondergrond sieren de hal van zijn Haagse woning. Fraanje, getrouwd met Riet, vader van vier kinderen, opa van negen klein­kinderen en pleegvader van twee Afrikaanse dochters: „Daar bidden m’n vrouw en ik elke dag om. Dat ons huis, ons gezin, onze familie beschermd wordt door het bloed van Jezus.” Hij denkt even na. „Mooie verwijzing hè, die woorden. Naar de uittocht. Als de vader het bloed aan de deurpost had gestreken, ging de verderver voorbij. Ik heb het wanddoek gekregen van een Afrikaanse christen.”Nog voordat het interview begint, gaat het gesprek al over z’n opa: ds. J. Fraanje uit Barneveld. „Hij bad veel. Vooral ’s nachts. In de woonkamer. Daar was het nog een beetje warm, omdat de kachel er het langst gebrand had. Hij bad hardop. Een van mijn tantes, die bij haar ouders inwoonde, kon hem boven, op haar slaapkamer, horen. Ik heb me wel eens afgevraagd: Wat was de reden dat er onder de prediking van opa zo veel mensen tot bekering kwamen? Ik denk dat het met z’n gebedsleven te maken had.”

Aart Hendrik Fraanje (69) is de laatste tijd druk met het platform Christelijk Sociaal Den Haag, dat samen met de plaatselijke SGP-fractie als één partij de gemeenteraadsverkiezingen ingaat. Op de kandidatenlijst staan christenen uit reformatorische kerken, evangelische groepen en migrantengemeenten broederlijk én zusterlijk naast elkaar.

Een opvallende samenwerking.

„Inderdaad. Er zijn twee redenen voor. De eerste is dat de ChristenUnie na dertig jaar eenzijdig de samenwerking met de SGP heeft opgezegd, waardoor de SGP alleen kwam te staan. De tweede: het aantal reformatorische christenen in Den Haag loopt al jaren terug, maar het aantal christen­migranten groeit. Het platform probeert al die verschillende soorten christenen –Afrikaanse, Aziatische, Zuid-Amerikaanse– bij elkaar te brengen om het Bijbels geluid in de Haagse samenleving te versterken. De SGP heeft zich daarbij aangesloten.”

De onderlinge verschillen zijn fors…

„We zijn begonnen met het organiseren van gezamenlijke kerkdiensten. De gereformeerde dr. Ben Wentsel zorgde voor de preek, evangelische christenen maakten muziek en Afrikaanse migranten deden het gebed. Dat trok de eerste keer een volle Noorderkerk. Fantastisch. Maar al snel kwam er commentaar. De Afrikanen snapten niets van de preek, de evangelischen hadden er hun bedenkingen bij en de gereformeerden vonden het luidruchtige bidden van de Afrikanen verschrikkelijk oneerbiedig. Er kwam nog een tweede dienst, maar de derde hoefde al niet meer. Conclusie: je moet niet proberen al die christenen op zondag van 10 tot 12 bij elkaar te brengen. Laat ze fijn naar hun eigen kerk gaan en organiseer ontmoetingen op andere momenten in de week. Zo hebben we morgen een zangavond in de Jeruzalemkerk, waar het koor van de gereformeerde gemeente aan meedoet, maar ook een Afrikaans gospelkoor.”

Hoe gaat het platform te werk?

„Je moet niet bij de voorgangers van de gemeente zijn. Die behoren tot de eerste generatie migranten en spreken vaak moeizaam Nederlands. We zijn de jongeren, de tweede generatie, gaan opzoeken. Zij kennen beide culturen: die van thuis en de westerse. Met een groep van zo’n dertig migrantenjongeren hebben we op dit moment intensief contact. Zij proberen mensen in hun eigen omgeving enthousiast te maken voor ontmoeting, samenwerking en christelijke politiek.”

Sceptici zeggen dat de nieuwe partij te weinig stemmen zal krijgen om een zetel in de raad te bemachtigen.

„We moeten er 3000 hebben. De SGP in Den Haag telt 1000 stemmers. Onder de migranten zijn alleen al 10.000 Afrikaanse stemgerechtigden. Daar komen nog andere groepen bij. We zijn echt niet kansloos. Maar we zullen er alles aan moeten doen om mensen aan ons te binden. Op onze propagandafolder staan bewust de foto’s van drie Afrikaanse jongeren: de nummers 6, 14 en 28 van de kandidatenlijst. De SGP’er Wim Pijl voert de lijst aan. Hij zit al tien jaar voor de CU/SGP in de raad en is dus een bekende in de Haagse politiek.”

Hoe kijkt de landelijke SGP tegen de ongewone samenwerking aan?

„Kamerlid Van der Staaij is hier geweest voor de aftrap van de verkiezingscampagne. Hij was erg enthousiast. SGP-voorlichter Menno de Bruyne is onze lijstduwer; natuurlijk niet zonder reden. Het hoofdbestuur moest toestemming geven voor de lijstverbinding tussen de SGP en het platform, maar dat was geen enkel probleem. Ik snap best dat er vanuit bepaalde plaatsen kritisch wordt gekeken naar wat wij hier doen. Dat zijn plaatsen waar de SGP op eigen kracht meerdere zetels binnenhaalt. In Den Haag is dat uitgesloten.”

Hoe reageren migrantenchristenen op alle aandacht?

„Ze zijn die totaal niet gewend. Leden van de Egytische Koptische Kerk bijvoorbeeld worden in hun eigen land geminacht. In Den Haag proberen wij hun politiek stem en gezicht te geven. Dat vinden ze heel bijzonder. We hebben wel iets moeten bedenken om hun de mogelijkheid te geven lid te worden van het platform. Een Afrikaanse christen weet niets van de Drie Formulieren van Enigheid. Dus die kun je niet laten ondertekenen. We hebben een eigen grondslag geformuleerd. Iedereen kan lid worden die God als Schepper erkent, de Bijbel als Gods Woord en Jezus Christus als de enige weg tot behoud. Daar kunnen alle migrantenchristenen mee uit de voeten.”

Wat is het uiteindelijke ideaal?

„Nieuwe christenen interesseren voor het reformatorisch gedachtegoed. Dat moet gehoord blijven worden. Dat redden we niet met alleen de groep traditionele christenen. Die brokkelt af. Ik zou het geweldig vinden als we met steun van migrantenchristenen een zetel in de raad konden halen. En nog geweldiger als over vier jaar een jongere uit de migrantenkerken de nummer één van de lijst kan worden.”

U heeft veertig jaar in het Haagse basisonderwijs gewerkt. Eerst op de reformatorische Eben-Haëzerschool, daarna op de protestants-christelijke Beatrixschool in de Schilderswijk. Een opmerkelijke overgang.

„Dat is een gevoelig punt. Die overstap heeft te maken met mijn veranderde visie op de doop. Die kreeg voor mij een andere betekenis dan in de kerk werd geleerd. Niet als vervanging van de besnijdenis, maar als symbool van de afwassing van de zonden, de begrafenis van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens, nadat je persoonlijk tot geloof bent gekomen. De geloofsdoop dus. Ik heb daar goede gesprekken over gehad met de kerkenraad van de gereformeerde gemeente Den Haag-Zuid, waar wij als gezin kerkten, maar we kwamen uiteraard niet tot overeenstemming. Mijn vrouw en ik zijn toen vertrokken en zijn eerst een poos kerkelijk dakloos geweest. Daarna hebben we ons aangesloten bij de Morgenstondgemeente, een gematigde pinkstergemeente. Ik ben in die tijd ook van school veranderd door te verkassen naar de Beatrixschool.”

Hoe wilt u zich kerkelijk typeren?

„Als een reformatorisch baptist. Ik las onlangs in de krant dat baptisten proberen zo’n gemeente van de grond te krijgen; dat komt voor mij dertig jaar te laat. Ik voel me nog steeds sterk verbonden met de reformatorische kerken en bezoek af en toe hun diensten.”

Wat waardeert u in ze?

„De grote eerbied voor het Woord van God. In evangelische kring speelt de Bijbel, in algemene zin gesproken, een ondergeschikte rol. Er wordt wel uit de Bijbel gelezen, maar ik mis de grondige uitleg ervan. Het gaat vaak meer om de ervaring van de mens. Overigens ligt hier een overeenkomst met de prediking in sommige reformatorische kerken waar de bevinding heerst over het Woord. Ik houd van een Schriftuurlijk-bevindelijke prediking; in die volgorde. Niet de ervaring of bevinding vooropstellen. De prediking van het Woord moet het belangrijkste onderdeel van de kerkdienst zijn.”

Bent u kerkelijk van de regen in de drup gekomen?

Overtuigd: „Nee, want ik zit nu in een gemeente met het juiste zicht op de be­tekenis van de waterdoop en de Geestesdoop, althans dat is mijn visie. Ik miste in de prediking het belang van de persoonlijke doop met de Heilige Geest. Die is voor iedere gelovige nodig. Hoe je die ervaart? Je krijgt meer inzicht in de Schrift en ontvangt gaven om anderen in de gemeente te dienen.”

Hoe zou uw grootvader dit gevonden hebben?

Fraanje denkt even na. „Tja, dat is een goeie. Ik zou er graag met hem over gesproken hebben, maar hij is overleden toen ik negen jaar was.”

Wie zijn uw geestelijke leidslieden?

„Martin Lloyd-Jones. Bij hem kom ik de gedachte van de doop met de Heilige Geest tegen. Spurgeon. Hij leerde de volwassenendoop en was een gematigd calvinist. Dat voel ik me ook. Verder lees ik met instemming Ecclesia, het blad van de Vrienden van Kohlbrugge. Voor persoonlijke Bijbelstudie sla ik graag Matthew Henry erop na. Ik vind hem heel onbevangen in zijn uitleg. Ook heb ik veel geleerd van dr. W. Aalders.”

Wat is voor u een goede preek?

„Waarin de Schrift met de Schrift wordt uitgelegd.” Fraanje pakt de Bijbel erbij. „Jeremia zegt: „Heere, bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn.” Johannes de Doper zegt: „Bekeert u!” Probeer die teksten niet in één systeem te krijgen, maar laat ze allebei staan. Ik heb eens een ouderling horen zeggen: „God wil dat alle mensen zalig worden, maar de praktijk bewijst dat niet alle mensen zalig worden, dus betekent het woord ”alle” niet alle mensen, maar allerlei soorten mensen.” Dat is redeneren, geen Schrift uitleggen. Dat vind ik in het algemeen de handicap bij theologen. Ze redeneren te veel in plaats van dat ze proberen onbevangen de Schrift te lezen.”

U deed dertig jaar pastoraal werk in de gevangenis in Scheveningen. Wat hield dat in?

„Ik ben begonnen als vrijwilliger bij gevangenispredikant ds. Jan Eerbeek en werd op een gegeven moment gevraagd zelf pastoraal werker te worden van een nieuwe afdeling. Ik ging voor in diensten op zondagmiddag en voerde gesprekken met gedetineerden. Ik deed het allemaal op persoonlijke titel, niet namens een kerk of gemeente. Zoals ik veel dingen in mijn leven op persoonlijke titel doe.” Lachend: „Dat past wel een beetje bij mijn karakter.”

Wat was uw boodschap voor mensen achter de tralies?

„Voor niemand is het leven uitzichtloos. Ook voor een gevangene niet. Er is altijd een nieuw begin mogelijk voor wie Jezus Christus als persoonlijke Verlosser leert kennen. Ik hield altijd maar korte preekjes: tien minuten, meer niet. Daarin probeerde ik concreet te maken wat het Evangelie inhoudt. Ik liet bijvoorbeeld een kruis zien en zei: „Dit is het symbool van de kruisdood van Christus. Hij kreeg 2000 jaar geleden de ergste straf, alleen bedoeld voor de grootste misdadigers. Niet omdat Hij Zelf gezondigd had, maar vanwege ónze zonden.” Of ik stak twee kaarsen aan als symbool voor de Bijbel: een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.”

Het platform Christelijk Sociaal Den Haag hoopt straks, bij de gemeenteraadsverkiezingen, op een zetel in de raad. Wat heeft de stad allereerst nodig?

„Mensen die herkenbaar als christen aanwezig zijn. Jezus gebruikt daarvoor drie beelden. Een zoutend zout. Er is veel zout in deze stad, maar men weet het vaak niet van elkaar. Een lichtend licht. Dus zichtbaar zijn voor anderen. En een stad op een berg. Daar kan niemand omheen. Daarom willen we de christenmigranten zichtbaar maken in de stad. Er zijn hier in Den Haag veel problemen op te lossen. Mensen roepen vaak als eerste: „We hebben extra geld nodig.” Ik verwacht meer van christelijke bewogenheid. We moeten met open oren en ogen in de samenleving aanwezig zijn.”


Levensloop Aart Fraanje

Aart Hendrik Fraanje wordt in 1940 geboren in Barneveld. Hij volgt de onderwijzers­opleiding op kweekschool De Driestar in Gouda. In 1963 verhuist hij naar Den Haag. Hij begint daar als onderwijzer op de reformatorische Eben-Haëzerschool en geeft later les op de protestants-christelijke Beatrixschool in de Schilderswijk, die kinderen van veel verschillende nationaliteiten telt. Fraanje doet als vrijwilliger ruim dertig jaar pastoraal werk in de gevangenis in Scheveningen. Hij kerkt bij de Haagse Morgenstondgemeente. Fraanje staat nummer zeven op de kandidatenlijst van het platform Christelijk Sociaal Den Haag, dat samen met de SGP meedoet aan de gemeenteraadsverkiezingen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer