Emigrant: Franse mentaliteit went nooit
Ze emigreerde met haar gezin naar Frankrijk om de wens van twee zonen in vervulling te laten gaan: boer worden. Bijna zes jaar later runt Jeanette van Zanten (45) samen met hen een melkveehouderij in Molières. Het sterven van haar man, vorig jaar, werpt intussen een schaduw over het leven in de Dordogne.
Als bij Van Zanten de telefoon gaat, noemen de gezinsleden naar Frans gebruik geen naam. „Hallo?” Het is een van de gewoonten uit de cultuur van hun nieuwe thuisland die het gezin, afkomstig uit Schoonrewoerd, als vanzelf overnam.Met hun drie zonen en twee dochters, in de leeftijd van negen tot en met zestien jaar, gingen Jeanette en Joop van Zanten in maart 2004 het avontuur aan. „Onze oudste twee jongens wilden boer worden, maar in Nederland was het bijna niet mogelijk een boerderij te kopen. De prijzen zijn veel te hoog”, zegt Van Zanten.
Haar man, zelf van boerenafkomst, was bereid zijn baan als zzp’er op te geven en zijn zonen te ondersteunen. Al snel kwam Frankrijk in beeld. „Dat land biedt goede mogelijkheden om boer te zijn en heeft een gunstig klimaat. Ook is de afstand tot Nederland redelijk. Als er iets aan de hand is in de familie kun je gemakkelijk terug. De afstand is zo’n 1100 kilometer.”
In de zomer van 2003 bezocht het gezin na een lange zoektocht een melkveehouderij met 32 koeien in Molières, een dorp met 350 inwoners in het zuiden van de Dordogne. Het bleek een goed draaiende zaak te zijn. Van Zanten besloot die over te nemen. „Veel boerderijen vielen af omdat er geen protestantse kerk in de buurt is. Vanuit Molières gaan we naar de église réformée in Bergerac, 26 kilometer verderop. Dat is voor Franse begrippen naast de deur.”
Het gezin zou vanaf half maart 2004 twee weken in een vakantiehuis wonen om allerlei klussen op de boerderij te doen. „Het was de bedoeling in de eerste week van april de koopakte te tekenen. Dat werd door allerlei formaliteiten uiteindelijk 18 mei, waardoor we zes weken zonder inkomen zaten. Dan boer je hard achteruit.”
Deze vertraging bepaalde het gezin meteen bij de Franse mentaliteit. „Nederlanders willen alles vooraf tot in de puntjes geregeld hebben. Dat is heel erg on-Frans. Ik wen nooit aan de gemakkelijke houding van de mensen hier, maar heb wel geleerd ermee om te gaan. De Fransen hebben ons niet gevraagd hierheen te komen. Wíj moeten ons aanpassen.”
De kinderen gingen de eerste weken met buikpijn naar school, omdat ze de taal niet machtig waren. Ze wenden echter snel. „Nu praten ze onderling veel Frans, mede doordat ze dat op school de hele week doen. Een van mijn dochters heeft nu een relatie met een Franse jongen. Daardoor gaan we thuis ook meer Frans spreken.”
De oudste zonen werken na de afronding van een agrarische opleiding op de boerderij. Inmiddels kocht het gezin een tweede bedrijf in de buurt. De veestapel groeide van 32 naar 125 koeien. „Voor onze jongens zit er een goede toekomst in, maar je moet het niet idealiseren. Ook in Frankrijk gelden regels, evenals in Nederland. En het is hier net zo goed een kwestie van hard werken.”
Via hun werk en de kerk deden de Van Zantens contacten met Fransen op. „De koster begroet ons elke zondag met op elke wang een zoen. Dat is de gewoonte hier. We voelen ons enorm welkom. Via kerkomroep.nl beluisteren we ook regelmatig diensten van de hervormde gemeente in Ermelo. Een van de predikanten daar kennen we”, zegt de vanouds hervormde Van Zanten.
Onder meer door haar vrijwilligerswerk in de plaatselijke bibliotheek –„een tafel met zestig boeken”– leerde ze de plaatselijke bevolking kennen. „Sociale contacten draaien hier voor een belangrijk deel om eten. Een paar keer per jaar is er een maaltijd voor de dorpsbewoners. Dat is vaak op zondag. Als ik uitleg waarom we daar niet aan meedoen, respecteren de mensen dat.”
Het gezin ervoer na zijn emigratie niet alleen voorspoed. „Mijn man en ik hadden gehoopt hier samen oud te worden. Dat heeft niet zo mogen zijn”, zegt Van Zanten. Eind 2008 werd Joop ziek. In december lag hij twee weken in het ziekenhuis in Bordeaux. Half januari moest hij terugkomen om de uitslag van een biopsie te horen. Voor die tijd overleed hij echter, op 57-jarige leeftijd, aan een hartinfarct.
Hij werd in Frankrijk begraven. Een Nederlandse predikant die jarenlang in de zending had gewerkt en ooit enige tijd een gemeente in Frankrijk had gediend, leidde de rouwdienst. „Het hele dorp liep uit. Iedereen vond het fijn dat de predikant hun taal sprak. Op de rouwkaart stonden woorden uit Psalm 31: „Mijn tijden zijn in Uw hand. Op U vertrouw ik, Heere.” Dat geeft houvast in het verdriet.”
Na het overlijden van haar man werd Van Zanten meer dan eens gevraagd of ze terug zou willen naar Nederland. „Dat is geen optie”, zegt ze stellig. „We hebben hier een bedrijf neergezet. Dat geeft ook financiële verplichtingen. De oudste twee hebben verkering met twee zussen in Nederland, maar het zit erin dat die te zijner tijd hierheen komen. We willen niet meer terug.”
Emigratiebeurs
De interesse voor emigratie is de afgelopen drie maanden verviervoudigd in vergelijking met dezelfde periode in het jaar daarvoor. Dat stelt de organisatie van de Emigratiebeurs op basis van eigen onderzoek. De beurs heeft zaterdag plaats in Expo Houten. Organisaties op het gebied van wonen, werken, stage en ondernemen in het buitenland presenteren zich op de beurs. Ook geven dertig landen acte de présence.