Dat schrijft drs. I. de Muijnck in een rapport dat Driestar Educatief dinsdag presenteert tijdens een conferentie over het directeurentekort in het basisonderwijs.De Muijnck onderzocht de opvattingen van de huidige directeuren van de reformatorische basisscholen over hun functie. Als positieve kanten van hun baan noemen zij het leidinggeven aan en samenwerken met mensen en het uitdenken van het onderwijskundige beleid. Minder genoegen beleven ze aan de werkbelasting en de consequenties daarvan voor de thuissituatie, de verantwoordelijkheid voor het financiële beleid, het beheer van het schoolgebouw en het contact met de medezeggenschapsraad.

De functie kan volgens De Muijnck aantrekkelijker gemaakt worden door als bestuur meer steun te bieden, een conciërge te benoemen en ervoor te zorgen dat directeuren niet structureel voor de klas behoeven te staan.

De benoeming van vrouwen tot directeur wordt door vrijwel niet één ondervraagde als oplossing gezien. „Dat sluit aan bij onderzoek dat buiten het reformatorisch onderwijs al eerder is gedaan”, zegt De Muijnck. „Er blijkt onder vrouwen heel weinig belangstelling voor deze zware voltijdsbaan te bestaan. En als ze eraan beginnen, is de uitval groot.”

Meer perspectief ligt er volgens De Muijnck in de mogelijkheid om managers van buiten te laten instromen: er is veel belangstelling, maar er komt weinig van. „Als besturen kunnen kiezen, nemen ze toch vrijwel altijd iemand met onderwijservaring. Daardoor blijft potentie onbenut die we de komende jaren hard nodig hebben.”