Het thema geloofsvervolging leeft minder dan tijdens het communisme, aldus Van der Staaij, die ertoe opriep oog te hebben voor vervolgde christenen in vooral communistische en islamitische landen. Het Kamerlid constateerde dat in tal van moslimlanden de houding van moslims jegens christenen na 11 september 2001 grimmiger is geworden.Als voorbeelden noemde hij Ethiopië en Indonesië. „We moeten in Nederland niet te makkelijk meepraten in het koor van mensen die zeggen dat het wel meevalt. In de praktijk wordt de islam in tal van landen gebruikt om de onverdraagzaamheid tegen christenen te voeden”, zo zei Van der Staaij op de jongerenavond, die was georganiseerd door de kerkenraden van de gereformeerde gemeenten in Nederland te Elspeet en De Beek/Uddel.

Van der Staaij wijst kritiek op zijn minarettenmotie, die vroeg om „wijze voorzichtigheid” bij het toestaan van het bouwen van minaretten, af: „Wie zegt dat die motie een boemerangeffect kan hebben op christenen, heeft weinig zicht op wat er in het buitenland aan de orde is. Daar is geen sprake van hoge kerktorens bij moskeeën. Je mag blij zijn als er kerken mogen zijn. Moslims hebben er begrip voor dat christenen in Nederland niet alles dulden.”

Het Kamerlid ziet in Nederland een voortgaande lijn van bevoorrechting van christenen naar gelijkstelling en vervolgens naar een uitzonderingspositie. Hij vindt het belangrijk om –na verootmoedig en gebed– in de maatschappij de positie van christenen uit te leggen. Veel mensen hebben bijvoorbeeld een verkeerd beeld bij de afwijzing van homoseksualiteit door orthodoxe christenen. De SGP’er pleitte voor een breed appel voor het behoud van de vrijheden. Hij was niet gerust op de Algemene wet gelijke behandeling (AWBG) en sprak er zijn zorg over uit dat het gelijkheidsbeginsel de andere beginselen gaat overheersen.