In juli 2007 werden de nu 46–jarige Jan H. en de 27–jarige Susan H. in Sri Lanka aangehouden voor een poging tot illegale adoptie. Het duo werd na acht weken hechtenis vrijgelaten. Vervolgens werden vanuit Nederland vervalste brieven verstuurd waarin het ministerie van Justitie zou aangeven dat baby Milan alsnog mocht worden geadopteerd. Uit de verklaring van de derde verdachte, Frits Z., bleek dat hij het logo en briefhoofd van het ministerie van het internet plukte en in een document plakte. Die brieven werden volgens de aanklager in opdracht van Susan door de 41–jarige Z. opgesteld en verstuurd. Z., systeembeheerder van beroep, zou vervolgens een mailadres hebben aangemaakt met daarin de naam van een ambtenaar van het ministerie. Via dat adres waren twee brieven naar de autoriteiten in Sri Lanka gezonden. Op de laptop van Susan, waar Z. bij kon, is volgens de officier voldoende bewijsmateriaal gevonden. Z. heeft deels bekend. Hij zei dat hij het duo heeft afgeraden van de brieven gebruik te maken. Jan H. zei dat Susan H. hem onder druk had gezetDe poging mislukte, waarna Jan en Susan zonder kind terug naar Nederland vlogen. Volgens de officier was het Susan die het kind wilde. Ze zou al een babykamer hebben ingericht en geboortekaartjes hebben laten drukken. „De verdachten hebben nooit stilgestaan bij de belangen van het kind. Wat was er met het kind gebeurd, als de vervalsing pas in Nederland was ontdekt", vroeg ze zich af. Bovendien heeft de politierechter Susan en Jan al eens veroordeeld voor valsheid in geschrifte. Tegen de drie verdachten eiste ze een straf gelijk aan het voorarrest. Susan zat 99 dagen vast, Jan H. 44 en Frits Z. 6 dagen. Daarnaast eiste ze tegen ieder een taakstraf van 240 uur.

De advocaat van de hoofdverdachte vroeg om vrijspraak. De brieven zijn in Nederland vervalst, terwijl zijn cliënte onwetend in Sri Lanka verbleef. De rechtbank doet op 16 februari uitspraak.