De Concorde van Air France reed bij het opstijgen van het vliegveld Charles de Gaulle over een metalen strip op de landingsbaan. Het ijzer was afkomstig van een vliegtuig dat ervoor was opgestegen. Door de strip klapte een band van het vliegtuig en kwam een stuk rubber tegen een brandstoftank, die scheurde. De piloten konden het vertrek niet afbreken, maar moesten opstijgen en proberen een noodlanding te maken.Daar slaagden ze echter niet in. Het vliegtuig stortte op een hotel. Alle 109 inzittenden kwamen om het leven, net als vier mensen op de grond. De meeste slachtoffers waren Duitse vakantiegangers.

Een onderzoek legde de schuld van de ramp bij Continental, de maatschappij van het eerder vertrokken vliegtuig. Het bedrijf zou hebben moeten zorgen dat het metaal niet kon loskomen. Continental stelt echter dat de Concorde al op de landingsbaan in brand stond. De strip kan de crash dus niet veroorzaakt hebben, aldus de maatschappij.

Na het vliegtuigongeluk werden alle Concordes buiten bedrijf gesteld. De vliegtuigen waren in de jaren ’60 ontwikkeld door een Frans–Brits consortium. Ze vlogen sneller dan het geluid en deden daardoor nog geen vier uur over een vlucht tussen New York en Europa.