Kok zag de crisis ook niet aankomen
Oud-premier en oud-commissaris bij ING Wim Kok betreurt het dat hij de kredietcrisis niet heeft voorzien. „We hebben het vertrouwen van werknemers en burgers onvoldoende waargemaakt.”
Dat stelde hij donderdag tegenover de commissie-De Wit, die namens de Tweede Kamer onderzoek doet naar de kredietcrisis.„Ik vind het buitengewoon spijtig dat financiële instellingen en ook ING niet in staat zijn gebleken om het vertrouwen van werknemers en burgers voldoende waar te maken. Ik vind het ook te betreuren dat ook ik geen kans heb gezien dat tijdig te voorzien en de bakens te verzetten”, aldus Kok over de crisis, die in het najaar van 2008 in alle hevigheid uitbarstte en wereldwijd een heftige recessie inluidde.
De oorzaken van de crisis lagen voor Kok in de VS. Daar vormde het „ongeëvenaarde vooruitgangsgeloof” een zwakke plek. De rente was laag, geld was goedkoop, bedrijven en burgers staken zich ongelooflijk in de schulden en dan „barst de zeepbel”, aldus Kok.
Toen het systeem in de Verenigde Staten eenmaal grote barsten vertoonde, ging alles de verkeerde kant op. „Dan moet je afschrijven, de boekhoudregels werken averechts, zo kom je in de puree. Ook ING is daar door overvallen, we hebben het niet zien aankomen.”
Ondanks aandringen van de commissie verontschuldigde Kok zich donderdag niet voor de instemming die hij in 2004 verleende aan een forse verhoging van de beloningen voor de top van ING. Dat was volgens Kok een „noodzakelijke inhaalslag” om op gelijke hoogte met Europese concurrenten te kunnen komen. „Je kan daar als bedrijf van afzien, maar dan verlies je de concurrentieslag, met alle nadelige gevolgen voor de Nederlandse economie. Een duivels dilemma”, aldus Kok.
Kok en twee andere voormalige kopstukken in het bankwezen haalden donderdag verder hard uit naar het „kortetermijndenken” in de financiële sector voordat de financiële crisis uitbrak. Dat heeft er mede voor gezorgd dat er grote problemen konden ontstaan, zo zeiden ze tegen de parlementaire commissieleden.
Kok sprak van „kwartaalcijferkoorts.” De financiële sector zou zich volgens hem „heel erg kortademig” zijn gaan gedragen. „Het is een soort ”rat race” waar je je moeilijk aan kunt onttrekken.”
Volgens Jan Kalff, tot 2000 topman van ABN AMRO, is het kortetermijndenken onder meer ontstaan doordat de macht te veel verschoof naar de aandeelhouders. Kok en Aarnout Loudon, tussen 1996 en 2006 voorzitter van de raad van commissarissen van ABN AMRO, konden zich daar niet in vinden. „Het was onderdeel van de tijdgeest”, aldus Kok. „Het is moeilijk om schuldigen aan te wijzen. Iedereen moet verantwoordelijkheid dragen.”
De gesprekken van de commissie-De Wit richtten zich donderdag ook op de overnamestrijd rond ABN in 2007. Kalff en Loudon trokken daarbij fel van leer tegen de rol die het kabinet heeft gespeeld. Volgens beiden had minister Bos (Financiën) nooit een verklaring van geen bezwaar moeten afgeven voor het opsplitsen van de bank door het bankentrio Fortis, Royal Bank of Scotland en Santander.
Hij had geen oog voor het „ontzaglijke” belang dat ABN speelde in de Nederlandse economie, aldus Loudon. „Men was bang voor Brussel”, zo verwees hij naar mogelijke bezwaren die de Europese Commissie tegen bescherming van de bank kon hebben.
De commissie, onder leiding van het SP-Kamerlid De Wit, hoorde vrijdag onder meer de voormalige en de huidige voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), Arthur Docters van Leeuwen en Hans Hoogervorst. Daarnaast trad vrijdag ook Henk Brouwer aan bij de commissie. Hij is directeur toezicht bij De Nederlandsche Bank (DNB) en was eerder thesaurier-generaal bij het ministerie van Financiën.
Donderdag werd bekend dat DNB-president Nout Wellink volgende week maar liefst twee keer mag opdraven voor de parlementaire commissie.
Wellink is maandagochtend als eerste aan de beurt, en op donderdag staat er opnieuw een verhoor met hem gepland. Dan is het ook aan minister Bos om zijn visie te geven op de kredietcrisis.