Boere staat momenteel in Aken al terecht voor de moord in 1944 op de Bredase apotheker Frits Bicknese, Teun de Groot en Frans Kusters. De Nederlander deed dat destijds als korporaal van een speciale eenheid van de SS in Nederland als vergelding voor aanslagen, gepleegd door het verzet.Boere handelde naar eigen zeggen op bevel van zijn commandant, de SS’er Feldmeier. Zou hij de opdrachten om de drie Nederlanders dood te schieten hebben geweigerd, dan zou hij zelf om het leven zijn gebracht.

De nieuwe aangifte betreft een opdracht die Boere voor de Sicherheitsdienst (SD) in Maastricht in mei 1944 heeft uitgevoerd. Bij onderduikadressen in Helden–Panningen deed hij zich volgens de advocaten van de nabestaanden voor als onderduiker en verried daarna de mensen die hem hielpen en anderen die bij de hulp aan onderduikers betrokken waren.

De SD pakte bij een razzia op 17 mei 1944 52 mensen op. Minstens zeven van hen stierven onder gruwelijke omstandigheden in concentratiekampen. Volgens de raadsmannen wist Boere precies wat hij deed en heeft hij deze mensen bewust de dood ingejaagd.

Eén van de advocaten, Detlev Hartmann, stelt dat het om minstens zeven doden gaat. Hij benadrukt dat Boere geen meeloper was, maar een fanatiek lid van de Waffen–SS en de Germaanse SS.

De raadsmannen voerden bij de rechtbank in de Duitse plaats Aken als bewijs voor de aangifte informatie aan uit archieven van het Regionaal Historisch Centrum Limburg. Ze citeerden uit verhoren van de gemeentepolitie van Maastricht in 1946 en 1947. Daaruit blijkt dat Boere met twee andere verraders infiltreerde in het verzet in Midden–Limburg.

„Iemand als Boere kende de machinerie van de Duitsers en wist dus hoe het verder ging toen hij de mensen aan de SD verraadde”, aldus Hartmann. Vandaar dat de Nederlandse oorlogsmisdadiger volgens hem schuldig is aan moord.

De verdediging van Boere mag op 4 februari reageren.