„Diepe greppel beter dan dompteur”
Met perfect toezicht marktwerking willen temmen is naïef. „De markt is soms als Bokito. Je kunt lang denken dat je ’m onder controle hebt, maar op een dag volgt hij toch zijn reflexen.”
Klik hier voor de lezing van minister Bos.Dat stelde PvdA-leider en minister van Financiën Bos maandagavond tijdens de 21e en jaarlijkse Den Uyllezing van zijn partij, vernoemd naar oud-PvdA-premier Joop den Uyl.
Bos ziet om die reden weinig in het optuigen van extra toezicht. „Toezichthouders lopen per definitie achter de feiten aan.” Beter is het, aldus Bos, om publieke belangen voor de markt af te schermen en –zoals de Amerikaanse president Obama nu doet door banken aan banden te leggen– de reikwijdte van de markt te beperken.
Ook dát werkt net als bij Bokito, meent Bos: „Uiteindelijk geeft een heel brede en diepe greppel meer zekerheid dan een goede dompteur.”
In zijn lezing analyseerde Bos uitgebreid hoe de sociaaldemocratie in de afgelopen decennia haar ideologische veren met betrekking tot de rol van de staat als ultiem ordeningsinstrument afschudde. Zoetjesaan kregen „marktwerking en geld verdienen” ook onder links ruim baan omdat juist deze „vrijages met de markt” het geld opleverden waarmee sociaal beleid gevoerd kon worden.
Volgens Bos werd deze ‘sociaaldemocratische wending’ echter „tragisch slachtoffer van een timingprobleem”, omdat juist op datzelfde moment het moderne kapitalisme van karakter veranderde. „We sliepen in met een redelijk getemde vrije markt, maar werden wakker met een ontketend monster.”
Want het moderne kapitalisme werkt door zijn „voortdurende commercialisering” en „stelselmatig appelleren aan primaire behoeften van meer-meer-meer en nu-nu-nu” ontwrichtend uit op de samenleving, meent Bos, „Het ondermijnt zo de menselijke waardigheid omdat het mensen onverschillig maakt ten opzichte van elkaar.”
De PvdA-leider stelde ook de vraag waar dat failliet van het moderne kapitalisme eigenlijk begon en wees daarbij mede naar zichzelf. „Het is te simpel om te zeggen: bij de bankiers. Velen van ons zijn zowel burger, consument, belegger en werknemer. En het is de consument in ons die steeds weer het goedkoopste wil en de belegger in ons die voldoende rendement op zijn spaarcenten en pensioenpremies wil. Zij zijn sterker dan de werknemer en de burger in ons die niet in staat zijn het daaruitvolgende marktgedrag gericht op steeds lagere kosten en steeds hogere rendementen te stoppen.”