Het zwaar verminkte lichaam van Yasmina werd op 3 oktober verleden jaar op een vuilstortplaats in Utrecht gevonden, na een grootscheepse zoekactie van de politie. De verdwijning van het kind veroorzaakte landelijk grote beroering. Op 16 oktober arresteerde de politie V. K. en zijn vier jaar oudere broer. De laatste bleek niets met de zaak te maken te hebben, V. K. bekende niet veel later.

Volgens advocaat–generaal Van Zeben vermoordde K. Yasmina in zijn ouderlijk huis in de Utrechtse Geuzenwijk, nadat hij het kind onzedelijk zou hebben betast. Angst voor ontdekking hiervan zou hem tot razernij hebben gebracht. Nadat hij het meisje zwaar had mishandeld, dumpte hij haar lichaam in een huisvuilcontainer.

De rechtbank in Utrecht veroordeelde K. in april van dit jaar tot dezelfde maximale straf als in hoger beroep geëist. K. en zijn raadsman vonden deze straf te hoog, omdat zij menen dat er geen sprake is geweest van moord met voorbedachten rade. De jongen heeft wel bekend dat hij Yasmina heeft gedood, maar dit zou niet zijn bedoeling zijn geweest.

„Ik herinner me niets meer”, aldus K. „Ik wil me niets meer herinneren.” Het hof schorste de zitting kort om de jeugdige verdachte de gelegenheid te geven zijn weinig vruchtbare proceshouding met zijn raadsman te bespreken. Tenslotte was K. tegen zijn veroordeling door de rechtbank, in april van dit jaar, in beroep gegaan. Zijn summiere antwoorden zouden hem niet veel verder helpen, zo legde het hof hem uit. Het beraad leverde weinig op. Dat speet het hof zichtbaar, want het had graag iets over K’s beweegredenen gehoord.

Zelfbeheersing
K. heeft zijn jaar jeugddetentie er inmiddels op zitten en verblijft nu in een orthopedagogisch centrum. Zijn therapie moet nog beginnen. Gedragskundigen verwachten dat deze langdurig zal zijn. Ook in de jeugdinrichting blijkt de overigens als aimabel bekendstaande jongen problemen te hebben met zijn zelfbeheersing. Volgens zijn begeleiders daar is het een aantal malen tot gewelddadige escalatie gekomen.

Het hof doet uitspraak op 6 november.