Spoorwegpolitie vaker afwezig op kleinere stations
Bureaus van de spoorwegpolitie op kleinere stations zijn vaker overdag onbezet. Dat is een gevolg van de krapte in personeel en nieuw beleid om agenten vaker met treinen te laten meereizen. Conducteurs beklagen zich over een gebrek aan ondersteuning als ze op lastige zwartrijders stuiten.
Alleen op de stations in Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam zijn volgens een woordvoerster van de spoorwegpolitie 24 uur per dag agenten aanwezig. Op kleinere stations zijn de bureaus in principe bezet tot de laatste trein.
Door een combinatie van factoren kan het echter voorkomen dat bureaus op kleinere stations tijdelijk niet bezet zijn. De belangrijkste oorzaak is de personeelskrapte. De spoorwegpolitie heeft vierhonderd formatieplaatsen in de buitendienst.
Op dit moment zijn er echter maar zo’n 350 spoorwegagenten op de stations en in de treinen actief. Er zijn 26 vacatures en bovendien zijn 28 agenten in opleiding, zegt een woordvoerster van de spoorwegpolitie.
Daarnaast gaan spoorwegagenten vaker meereizen met treinen om conducteurs te ondersteunen. Volgen de woordvoerster kan dat tot gevolg hebben dat bureaus op kleinere stations tijdelijk niet bezet zijn. „Op sommige stations komt soms maar een verzoek voor assistentie per dag binnen. Daar kan je als agent op wachten, maar je kan ook meereizen met de trein."
Volgens haar betekent dat niet dat conducteuren in noodsituaties geen beroep op de spoorwegpolitie kunnen doen. „Als de nood aan de man is, heeft dat de hoogste prioriteit. Bovendien verleent de regionale politie assistentie als er geen spoorwegpolitie in de buurt is", zegt de woordvoerster.