Woord en Daad en ZOA-Vluchtelingenzorg werken voor Haïti nauw met elkaar samen. De organisaties maakten voor het eerst zelfs een gezamenlijke ‘noodhulpsite’: samenvoorhaiti.nl.Maar wat doe je het eerst als er in het rampgebied nauwelijks infrastructuur is om op terug te vallen? Informatie verzamelen, zegt manager communicatie en fondsen­werving Rina Molenaar van Woord en Daad.

„Onze medewerker Leen Stok, maandag afgereisd naar Haïti, zal allereerst bekijken wat onze partnerorganisaties kunnen betekenen en waarin zij ondersteund kunnen worden door een gezamenlijk expertteam van Woord en Daad en ZOA. Dat team van internationale deskundigen kan vervolgens mogelijk dingen doen op medisch en logistiek gebied.”

Bij die afweging kan ZOA veel betekenen, zegt plaats­vervangend directeur Arnoud de Jong. „Wij zitten zelf niet in Haïti, maar hebben wel veel ervaring met vragen rond specifieke noodhulp, onder andere door ons werk na de tsunami en in Sri Lanka. We kennen de vragen: Wat is er het eerst nodig? Hoe organiseer je dat? Hoe zorg je ervoor dat de mensen zo snel mogelijk weer zelfredzaam worden? Maar ook: hoe zorg je voor de veiligheid van je hulpverleners, nu de mensen daar honger hebben en er simpelweg bescherming nodig is? Straks kunnen we op basis van de informatie van Leen Stok heel specifiek adviseren.”

Op dit moment stroomt het geld binnen, zien de beide organisaties. Dinsdag lag het verzamelde bedrag rond de 6 ton, maar volgens Molenaar stijgt dat „per uur.”

In de chaos van het moment is het extra belangrijk dat de donateurs weten wat er met hun geld gebeurt, vinden Woord en Daad en ZOA. Dat is een van de belangrijkste redenen dat de gezamenlijke site in het leven geroepen is. „Er is heel veel vertrouwen in ons”, constateert Molenaar. „Daarom willen we de verantwoording ook zo zuiver mogelijk houden.” De Jong: „De inkomsten en de uitgaven moeten direct zichtbaar zijn op de website.”

Het geld gaat allereerst naar de directe noodhulp. Molenaar: „Denk aan medicijnen, voedsel, water en onderdak. Vermoedelijk zullen allereerst die mensen geholpen worden met wie onze partners al werkten. Maar vooropstaat dat we willen kijken waar we toegevoegde waarde hebben. Sowieso moeten de partnerorganisaties eerst zichzelf weer op sterkte zien te krijgen voordat ze tot hulp van anderen kunnen zijn. Zo heeft Parole et Action, een van onze partners, de medewerkers vooralsnog buiten Port-au-Prince gebracht.”

Afstemming van de hulp met andere organisaties en vooral de Verenigde Naties is heel belangrijk, stelt zowel Molenaar als De Jong. „Anders is de kans dat je elkaar als hulpverleners voor de voeten gaat lopen erg groot”, zegt de laatste. „De afstemming is overigens wel extra gecompliceerd doordat de VN in Haïti zelf ook zware verliezen hebben geleden.”

De MAF (Mission Aviation Fellowship) probeert hulpverleners met zijn drie vliegtuigen in het land bij te staan met transport van medische teams, voedsel en medicijnen. Met behulp van de MAF-toestellen kan hulpverlening buiten de hoofdstad worden versneld.

Naast de directe noodhulp is er straks het levensgrote probleem van de wederopbouw. Molenaar: „Dat zal een gigantische klus worden. Woord en Daad en ZOA vinden elkaar echter onder meer in het belang dat we daaraan hechten.”

Dat herkent ZOA-bestuurder De Jong. „Het geld dat nu binnenkomt, is ook bestemd voor het werken aan wederopbouw. Dat werd in het verleden nogal eens vergeten.”

De diaconale organisatie Kerk in Actie in de Protestantse Kerk in Nederland doet wel mee aan de inzamelingsactie via giro 555. Een tussenstand van de opbrengst van collectes in de kerken is nog niet beschikbaar. „Veel gemeenten zullen zondag pas een collecte houden”, zegt woordvoerder Henk van IJken.

Het deputaatschap hulpverlening in bijzondere noden van de Gereformeerde Gemeenten heeft op voorhand een bedrag van 50.000 euro ter beschikking gesteld. Kerkenraden zijn opgeroepen tot collectes en acties in de gemeenten. Het kerkverband werkt samen met World Relief, een internationale missionair-diaconale organisatie.

www.samenvoorhaiti.nl