Binnenland

‘Restgeld’ actie tsunami naar Haïti

De Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) gaan het geld dat over is van de inzamelingsactie voor de slachtoffers van de tsunami in 2004 besteden in Haïti. Het gaat om een bedrag van circa 730.000 euro.

Binnenlandredactie
20 January 2010 12:28Gewijzigd op 14 November 2020 09:39

De SHO geven aan dat ze nog steeds actief zijn in het rampgebied van de tsunami, maar dat ze hun activiteiten nu vanuit het reguliere budget bekostigen. Geld dat aan de SHO gegeven wordt, is bestemd voor noodhulp en de eerste fasen van wederopbouw.Dat er geld over is van de tsunami-actie heeft volgens de SHO te maken met het feit dat er een recordbedrag door het Nederlandse publiek werd gedoneerd. De SHO haalden 208 miljoen euro op om slachtoffers hulp te bieden. Dat geld werd verdeeld over achttien organisaties die noodhulp hebben geboden en hulp bij wederopbouw. Na drie jaar is de actie afgesloten. Toen was 99,7 procent van het ingezamelde geld besteed. De overige 0,3 procent (730.000 euro) was binnen die drie jaar niet besteed door goedkopere uitvoering van projecten.

De samenwerking tussen de hulporganisaties begon eind jaren tachtig van de vorige eeuw spontaan met twee nationale inzamelingsacties voor Afrika.

Nederlanders bleken gul te geven aan giro 555. De organisaties maakten afspraken voor nationale inzamelingsacties. Zo ontstonden de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO), waarbij momenteel onder meer zijn aangesloten: Oxfam Novib, Nederlandse Rode Kruis, ICCO, Kerk in Actie, Save The Children en World Vision. Het samenwerkingsverband besteedt zelf geen hulpgelden. Dat doen de leden.

De vraag rijst hoe alle wereldwijde noodhulp in een land als Haïti op elkaar wordt afgestemd. Om te voorkomen dat de hulpverlening een chaos wordt, coördineren de Verenigde Naties de hulpverlening ter plekke. In elk land werkt een VN-coördinator.

Als een ramp plaatsheeft, legt de coördinator direct contact met de lokale autoriteiten, VN-organisaties en relevante lokale en internationale hulporganisaties om te bepalen welke hulp nodig is en waar die in eerste instantie geboden moet worden. De hulp is onderverdeeld in elf verschillende sectoren, waaronder water, sanitaire voorzieningen en hygiëne, gezondheid, onderdak, onderwijs en bescherming. Voor elke sector is er een leider aangewezen. Bij hem kunnen de diverse hulporganisaties zich aanmelden. Ze krijgen dan te horen waar ze aan de slag kunnen. Zo blijft er controle op wie waar hulp verleent en hoeveel materialen er voorradig zijn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer