„Kok wilde niet weten van BVD-onderzoek”
Oud-premier Kok wilde niet weten of er sprake was van een BVD-onderzoek naar de toekomstige echtgenoot van prinses Margarita. Die conclusie trekt Tweede-Kamerlid Van Bommel (SP) na lezing van correspondentie tussen de prinses en de voormalige premier.
Kok schreef de prinses dat er onder zijn verantwoordelijkheid nooit sprake was geweest van een BVD-onderzoek naar Edwin de Roy van Zuydewijn. Maar volgens Van Bommel stonden er in een brief van de prinses aan Kok en een daarbij gevoegde brief aan haar tante koningin Beatrix voldoende signalen om van het tegendeel uit te gaan.
De oud-premier had in zijn ogen nooit genoegen moeten nemen met het antwoord van zijn ambtenaren dat er geen onderzoek gaande was. „Dat is nalatig, hij heeft signalen laten liggen. Onprofessioneel. Hij heeft zijn werk niet goed gedaan.”
Van Bommel vindt dat Koks opvolger Balkenende volledige openheid van zaken over de kwestie moet geven. De rel werd vrijdag in de ministerraad besproken, begin volgende week gaat er een brief naar de Tweede Kamer. Eerder suggereerde Balkenende dat de Kamer vrijdag de brief al zou krijgen. Volgens een woordvoerder van de Rijksvoorlichtingsdienst gaat het om een precaire zaak, waarbij zorgvuldig formuleren noodzakelijk is. Van Bommel vreest echter dat Balkenende de zaak zoveel mogelijk probeert toe te dekken.
Ook bij D66-kamerlid De Graaf en GroenLinks-fractieleider Halsema groeit door het uitstel de achterdocht. „Schijnbaar heeft het kabinet er moeite mee”, aldus Halsema.
De Graaf vraagt zich af of de BVD wel de bevoegdheid had om een onderzoek te verrichten naar de verloofde van Margarita. „Wie de oude wet goed naleest, ziet dat de dienst alleen informatie mag vergaren over personen tegen wie een ernstig vermoeden bestaat.” Premier Balkenende, die deze week toegaf dat er wel degelijk sprake was van een BVD-onderzoek, verklaarde eerder deze week dat die aanleiding er was.
De AIVD (opvolger van de BVD) mag een opdracht van het kabinet der Koningin ontvangen en aan hetzelfde kabinet over de resultaten rapporteren zonder tussenkomst van een minister. Het verzoek om informatie moet dan wel een relatie met het Koninklijk Huis hebben.
Het kabinet der Koningin heeft als taak de Koningin te ondersteunen in al haar staatsrechtelijke taken en haar daarvoor alle informatie te verschaffen. Ook is dit orgaan de verbinding tussen de Koningin en haar ministers. Kabinetsdirecteur Felix Rhodius heeft iedere vrijdag overleg met de vorstin.
Voor de toenmalige BVD gold de wettelijke bepaling dat de minister van Binnenlandse Zaken moet worden ingelicht over belangrijke zaken.
De nationale ombudsman heeft een klacht van prinses Margarita en Edwin de Roy van Zuydewijn over hun problemen met het Koninklijk Huis niet in behandeling genomen.
Voor een belangrijk deel van de klacht van het echtpaar is de ombudsman niet bevoegd, aldus een woordvoerster vrijdag. Het paar diende de klacht in juni 2002 in.
De ombudsman meent dat hij geen oordeel mag vellen over gedragingen van leden van het Koninklijk Huis. Hij is wel bevoegd klachten over de AIVD, de ministers en de minister-president in behandeling te nemen. „Over de AIVD hebben we nog geen klachten binnengekregen”, zegt de woordvoerster.
Margarita en haar man hebben wel bezwaar gemaakt tegen het optreden van de toenmalige minister-president Kok en de ministers van Binnenlandse Zaken (De Vries) en Justitie (Korthals). Ze menen dat deze bewindslieden hebben verzuimd om te onderzoeken of hun privacy is geschonden.
Het echtpaar wilde dat er een onderzoek zou komen naar de betrokkenheid van leden van het Koninklijk Huis bij mogelijke privacyschendingen van het paar. De ministers antwoordden dat ze niet over dergelijke informatie beschikten en daarom de informatie niet konden verstrekken. Omdat er tegen het antwoord van de ministers beroepsmogelijkheden openstonden, kan de ombudsman zich ook niet over dit facet buigen.
De woordvoerster van de ombudsman verwacht dat de zaak, gezien de huidige ontwikkelingen, nu eerst bij de rechter terecht zal komen. De rechter kan dan beoordelen of er al dan niet wettelijke regels zijn geschonden. Eventueel kan de ombudsman nog worden ingeschakeld om te beoordelen of de AIVD en de ministers in deze kwestie behoorlijk hebben gehandeld.