Dat zei de commandant van het schip, luitenant–ter–zee der eerste klasse Maarten Veenstra, dinsdag vanuit Haïti. Hij hoopt dinsdag goede afspraken te kunnen maken met het World Food Program (WFP) over de distributie. Veenstra heeft het verzamelpunt van het WFP bezocht, maar dat zit in een afgesloten steegje in de stad waar rijen Haïtianen voor staan.Volgens Veenstra is het daar veel te druk en te gevaarlijk om de spullen af te leveren. „Mensen zijn hongerig en duiken zo op een vrachtwagen waarvan ze denken dat er spullen in liggen", aldus Veenstra. De Pelikaan heeft twee trucks meegenomen om zelf spullen te vervoeren. Eigen mariniers zullen die begeleiden.

Ook gaan mariniers mee met het zoek– en reddingsteam USAR om hen eventueel te beschermen tegen wanhopige Haïtianen. Maar Veenstra heeft tot nu toe geen signalen van agressie tegen militairen of hulpverleners. Hij is in de stad geweest en dat viel hem „rauw op zijn dak", hoewel hij geen slachtoffers meer heeft gezien op straat of onder puin. Ook was het redelijk rustig.

Hij heeft begrepen dat dit in de buitenwijken of dorpjes bij de hoofdstad Port–au–prince anders is. De commandant sluit niet uit dat de Nederlandse hulpgoederen rechtstreeks die kant op gaan, mogelijk in een bewaakt konvooi.

De Nederlanders hebben onder meer eten en drinken aan boord. Met een speciale installatie kan de Pelikaan zeewater veranderen in drinkwater. Het water in de haven is daarvoor te vies. Maar na één dag op zee kan 30.000 liter water worden gemaakt. Het schip is nu volgeladen met 90.000 liter drinkwater.

De komende dagen zullen mariniers ook circa honderd kinderen uit weeshuizen halen, die al op de nominatie stonden voor adoptie in Nederland. Ze worden naar het vliegveld gebracht.

De Pelikaan is een ondersteuningsvaartuig en komt van de Nederlandse Antillen. Maandag lukte het om als eerste schip na de aardbeving aan te meren aan een van de kades. Dat kon nadat met de scheepskraan obstakels waren verwijderd en de diepte was gemeten.