„Hoogleraar recht verliest gezag”
RIJSWIJK (ANP) – Hoogleraren aan juridische faculteiten die allerlei bijbanen hebben, verliezen steeds meer hun maatschappelijke aanzien en wetenschappelijk gezag. Dat zegt de Groningse hoogleraar criminologie Willem de Haan in het januarinummer van het tijdschrift Delikt en Delinkwent.
Hij schrijft dat er op tal van terreinen bezwaren bestaan tegen het combineren van wetenschappelijke functies met politieke functies of posities in het bedrijfsleven, maar niet binnen de rechtsgeleerdheid. Die wordt van oudsher gekenmerkt door een sterke verwevenheid met de rechtspraktijk.In juridische faculteiten zijn voltijdhoogleraren meer uitzondering dan regel. Veelal wordt die baan gecombineerd met andere werkzaamheden. Zo is een aantal hoogleraren raadsheer–plaatsvervanger en rechter–plaatsvervanger. Ook wemelt het volgens De Haan van hoogleraren die aangesteld zijn vanuit externe organisaties of commerciële bedrijven. Bovendien zijn er hoogleraren die in deeltijd bij de universiteit werken en daarnaast een eigen bedrijf hebben op hetzelfde terrein als dat van hun universitaire aanstelling. Ook werken enkele strafrechthoogleraren als advocaat.
Omdat de strafrechtpleging in het centrum van de publieke belangstelling is komen te staan, lopen met name strafrechthoogleraren die zich in hun nevenfunctie van rechter, officier of advocaten in de media profileren, risico’s. Het openbaar optreden kan ten koste gaan van hun wetenschappelijke geloofwaardigheid en gezag.