„Als je bij de politie christen kunt zijn, doe dat dan”
Christenen voelen zich beknot in deze samenleving, blijkt uit onderzoek. Toch voelen velen zich in het dagelijks leven niet belemmerd, blijkt uit een gesprek tussen drie generaties Schalk in Lisse. „Het klimaat is wel bedreigend.”
De VGS (Vereniging Gereformeerd Schoolonderwijs) houdt morgen een symposium over het thema ”Recht op verschil – ruimte voor verschil”. Dit naar aanleiding van het rapport van prof. B. Oomen van de Roosevelt Academy, waarin ze onlangs constateerde dat de gereformeerde gezindte zich „beknot” voelt.In huize Schalk is dat geen dagelijkse ervaring. „Ik ben groot geworden in een bakkerswinkel hier in Lisse”, vertelt P. Schalk senior (77). „Daar leerden we van jongs af om te gaan met verschillende overtuigingen.”
Als koster en ouderling bij de gereformeerde gemeente en als schoolbestuurslid zag hij Lisse veranderen. „In mijn jeugd was dit een kerkelijk dorp. Vroeger ging min of meer iedereen naar de kerk. Uit onze straat vandaag nog maar een enkel gezin.”
Kleinzoon Frank Schalk (19) komt een kerkelijk dorp onbekend voor. „Wij wonen in Veenendaal, en daar zijn geloof ik bijna twintig kerken. Ik vind dat er eigenlijk best wel veel mensen naar de kerk gaan. Maar de hele straat, nee, dat kan ik me niet goed voorstellen.”
Franks vader Peter Schalk (48) hoorde van een buurman dat een makelaar had gewaarschuwd voor de „zwaar gereformeerde” buurt. „Dat biedt openheid voor gesprekken met mijn buurman. Hij stelt soms ook vragen, zowel over de zondag als over het kruis van Jezus”, aldus de directeur van de RMU. „Laten we daar niet bang voor zijn. Onze generatie heeft moeten leren als christen een plaats in de samenleving in te nemen. We hebben een heilzame boodschap.”
Zijn vader had in Lisse al geleerd dat het nodig is christelijke normen te verdedigen. Tegen de kermis bij de reformatorische school. Of recent tegen de winkelopenstelling op zondag. „Enkele winkeliers zijn daarom naar de rechter gestapt en hebben het gewonnen.”
Ook Frank is niet bang voor zijn mening uit te komen. Maar op het roc in Ede is nog weinig aan hem getrokken. „Ik kom ervoor uit dat ik christen ben, maar zelfs als ik bid voor mijn eten wordt nauwelijks op ingegaan. Ik denk dat er wel meer christenen onder de studenten zitten, maar die houden dat meer verborgen. Als je trouwens protesteert tegen bepaald woordgebruik of zo, gaat men wel vervelend doen.”
Misschien dat dit moeilijker wordt bij de politie, waar hij juist gisteren een goed sollicitatiegesprek had. Politieagenten staan niet alleen bij Prinsjesdag, maar ook bij Gay Pride. „Tja, hoe dat moet, weet ik nog niet goed. Bij een voetbalwedstrijd op zondag kun je aangeven dat je dat liever niet doet omdat je daar niet achter staat. Als er geen oplossing is, zul je het moeten doen.” Zijn vader fluistert hem iets in het oor. „Noodzakelijke arbeid, inderdaad.”
Hoewel Peter Schalk zichzelf niet „beknot” voelt, stelt hij vast dat de „druk op christenen” toeneemt. „Neem de voortdurende discussie over medische ethiek, winkeltijden en zondagsrust, onderwijsvrijheid en homoseksualiteit. Het klimaat is dus wel bedreigend.”
Homoseksualiteit is nu een alledaags onderwerp. Schalk senior herinnert zich dat hij er pas in militaire dienst over hoorde. „Vrij algemeen zag men dit toen als ongepast. Ongehuwd samenwonen werd hokken genoemd. Ik herinner me hoe vreemd het was toen er rond 1970 in onze straat een bruidsauto een stelletje ophaalde van wie ik dacht dat het al jaren getrouwd was.”
Vindt Schalk deze dingen niet bedreigend? „Toch wel”, zegt hij na enig nadenken. „Vooral ook voor onze eigen jongeren. Zij groeien op in een omgeving waarin dit normaal is.”
Jongeren zijn vandaag wel mondiger, beaamt hij. „Op catechisatie krijg ik bij sommige onderwerpen meer tegengas dan wij vroeger gaven, trouwens op een positieve manier. Wij waren gewend ons neer te leggen bij beslissingen die voor ons genomen werden.”
Frank mocht de beslissing om bij de politie te gaan, helemaal zelf nemen. Zijn vader: „Vroeger zou men hebben gezegd: Moet je wel zo nodig bij die politie? Ik heb Frank gezegd: Er zijn ook christelijke agenten nodig. Als jij bij de politie christen denkt te kunnen zijn, doe dat dan.”
Frank is zich bewust van zijn verantwoordelijkheid. „Ik heb die knoop zelf moeten doorhakken, hoewel in overleg. Ik ben me ervan bewust dat ik een voorbeeldfunctie heb. Zonder dat zou ik het ook niet willen doen.”