Bandell: Politiechef mist ervaring van de straat
Te veel nieuwe leidinggevenden bij de politie missen praktijkervaring bij de politie zelf.
Dat zegt burgemeester R. Bandell van Dordrecht, tevens korpsbeheerder van de politie Zuid-Holland-Zuid, dinsdag in De Telegraaf. „De politie is vakwerk. Agent of rechercheur word je niet zomaar. Daar moet je echt wat voor doen.”Bandell ziet een tendens dat veel nieuwe leidinggevenden bij de politie zogenoemde zijinstromers zijn. Zij hebben een opleiding en loopbaan buiten de politie gehad in bijvoorbeeld het bedrijfsleven of bij de overheid. Via een (verkorte) opleiding aan de politieacademie krijgen ze een chefsfunctie bij de politie.
Bandell: „Leidinggevende bij de politie is geen normale managementbaan. Je bent in de eerste plaats politieman of -vrouw. Wil je je werk goed kunnen doen, dan helpt het als je het zweet van arrestanten hebt geroken of als ME’er een steen naar je hoofd hebt gekregen.” Ontbreekt die kennis, dan kan dat volgens hem wrijving geven tussen leidinggevenden en agenten op straat.
De burgemeester, tevens voorzitter van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters, meent verder dat veel nieuwe leidinggevenden zich achter hun bureau verstoppen. „Soms kom ik wel eens in gebouwen waarvan je denkt: is dit een politiebureau? Als leidinggevende moet je geconfronteerd worden met de praktijk. Maak de afstand tot de werkvloer kleiner. Draai een tijdje mee. Het politievak is rauw werk. Zet je bureau op de werkvloer neer, zorg dat je weet wat er speelt.”
Voorzitter G. van de Kamp van politievakorganisatie ACP stelt de kritiek van de burgemeester te herkennen. „Op straat heb je te maken met spanning, risico’s, leven en dood. Collega’s missen wel eens de ervaring op dit vlak van hun leidinggevenden”, zegt hij. „Er is niks mis mee dat er bloed van buiten komt, maar leidinggevenden moeten wel voldoende toegerust zijn voordat ze op een bepaalde functie worden gezet. Ervaring is bij de politie cruciaal, die kun je niet uit boekjes leren.”