Abou Jahjah zal amok blijven maken
Terwijl fotografen zich verdringen en tv-camera’s snorren, geniet Dyab Abou Jahjah van het daverend applaus dat hem bij binnenkomst ten deel valt. Zijn tournee door Nederland is nog maar twee dagen oud, maar zijn ster heeft nu al grote hoogtes bereikt. Maandag sprak hij 700 studenten van de Haagse Hogeschool toe. „Zolang we niet tevreden zijn, zullen we amok blijven maken.”
Gelijke rechten, daar gaat het om. De uit België overgekomen moslimleider kan het niet genoeg herhalen. „Die gelijke rechten moeten we afdwingen. We zullen net zo lang op de deur blijven kloppen tot er wordt opengedaan. En als de deur niet opengaat, trappen we hem open”, klinkt het krijgshaftig.
De tot de nok gevulde Haagse arena reageert met een geestdriftig applaus. De meeste bezoekers zijn allochtone jongeren. Velen zien zich gedwongen buiten in de hal de bijeenkomst via een videoscherm te volgen. „Broeders en zusters”, noemt Jahjah de toegestroomde supporters. Ze genieten van zijn charisma en behendig gegoochel met woorden.
Zijn toonzetting is milder dan vorig jaar. Toen kondigde de Arabisch-Europese Liga (AEL) nog aan de grond in Europa te laten daveren. Nu wil Jahjah vooral benadrukken dat hij binnen het bestaande bestel wil blijven, zij het dat de Arabische gemeenschap wel de spierballen zal tonen. „Ik weiger in dialoog te gaan. We moeten bouwen aan machtsstructuren.”
De sfeer is af en toe dreigend. De publicist Mohammed Benzakour, een trouw aanhanger van de AEL, refereert aan de onlusten in de Antwerpse wijk Borgerhout. Die zouden volgens hem wel eens de opmaat kunnen zijn van wat ons te wachten staat in de binnensteden van Rotterdam en Amsterdam. De reactie van de zaal is een enthousiast gejoel.
Jahjah fulmineert vooral tegen de heersende gedachte in Europa dat het voorop loopt in de huidige beschaving en dat het moslims wil dwingen zich aan de westerse normen en waarden aan te passen. Dat vindt hij „fascistisch en racistisch.” Het zijn volgens hem juist de moslims die voorop lopen. „Het is onze plicht Europa hierbij te helpen.” Niet Marokkanen hebben een inburgeringscursus nodig maar Europeanen, zo beweert hij in alle ernst.
Zonder de naam van het VVD-kamerlid Hirsi Ali te noemen, speelt hij in op de woede onder moslims op haar denigrerende uitspraken over de profeet Mohammed. „We worden aangevallen maar zullen doorgaan tot we gelijkberechtigd worden. Zolang we niet tevreden zijn, blijven we amok maken.”
„Maar ik heb al gelijke rechten. Ik heb recht op een huis, op werk, wat moet ik nog meer?” vraagt een kritische jongere. Voor het eerst heeft de moslimleider het antwoord niet meteen paraat. „Als de wet niet goed wordt toegepast, heb je er nog niets aan”, reageert hij zwakjes.
Ook met een vraag over de islamitische wetgeving (sharia) heeft hij zichtbaar moeite. „We wijzen de sharia niet af, wel de blinde toepassing ervan.” Volgens hem is het aan het parlement om de sharia in te voeren. Hij zal zich neerleggen bij de democratische besluitvorming hierover.
Een autochtone vrouw verwijt hem aan te sturen op een tweedeling. „U heeft het al maar over zij en wij.” Slim weet hij die beschuldiging te pareren. „Het probleem is dat de anderen het over „wij” hebben maar niet over ons.” Glimlachend neemt hij het gulle applaus in ontvangst.
Burgerlijke ongehoorzaamheid zegt Jahjah als gewettigd te beschouwen. Geweld niet, tenzij het dient tot zelfverdediging. „Als ik een klap krijg, geef ik een klap terug.” De bijval uit de zaal is zeer luidruchtig maar de dame die de discussie leidt, is daarvan niet onder de indruk. „Christenen kennen het gebruik de andere wang toe te keren.” Maar daar ziet Jahjah niets in. „Zelfverdediging is een recht. Ons probleem is soms dat we onze rechten niet kennen.”
Hij deelt mee dat de zegetocht van de AEL niet zal stoppen bij de grenzen van Nederland. Ook in Frankrijk en Engeland werkt hij aan de oprichting van een afdeling. Overal zullen cellen en kernen worden opgericht. „Wij zullen ons Europees organiseren. In Europa wonen 16 miljoen moslims.” Hij voegt eraan toe dat de Nederlandse binnensteden volgens de huidige prognoses in 2015 in meerderheid door moslims worden bevolkt. „Dat is niet ver meer. Wij moeten geduld hebben.”
Veel jongeren genieten na afloop nog na van het optreden van hun leider. Toch behoort niet iedereen tot de kritiekloze bewonderaars. Drie Marokkaanse meiden vinden dat hij agressie voedt. „Dat opentrappen van deuren, daar herkennen we ons helemaal niet in. Hij speelt in op onderbuikgevoelens.”